Uren rijden we door de uitgestrekte bossen voordat we Furudal bereiken. Even daarbuiten ligt het kleine gehucht Näset, waar Näsets Marcusgård ligt. Op onze rondreis was het nog nergens op de reis zo stil onderweg. We voelden ons alleen op de wereld. Natuur, natuur en nog meer natuur om ons heen. Geweldig!
Wij maakten een rondreis door Zuid- en Midden-Zweden en verbleven achtereenvolgens in:
- Höör
- Tärnö
- Holsbybrunn
- Nyfors
- Furudal
- Arvika
Het was een rare gewaarwording, zodra we het dorp Ånge achter ons gelaten hebben rijden we door het bos. Kilometers aan kilometers bos, bos en nog meer bos. We komen geen dorpje, huis of wat dan ook meer tegen. Rijden we dan traag? Nee, we zitten gewoon op een weg waar je 80 kunt. Onze afspraak is dat als de tank van de auto nog een kwart moet, we dan een tankstation opzoeken. Op een gegeven moment vraagt Bob dus, hoe ver is het nog naar het dichtstbijzijnde tankstation. Ik ga op zoek en de eerste op de route is drie kwartier rijden. Dan maar hopen dat die kwart tank genoeg gaat zijn.
Aangekomen in het gehucht staat er een tankstation waarvan je je afvraagt of je daar wel wilt tanken, maar ook nog eens niet de juiste benzine. Toch dan eerst maar een pauze in Nationaal Park Hamra dat op de route ligt. Aan de rand van dit immense moerasgebied staat een uitkijktoren en kun je een route van drie kilometer wandelen. Het volgende tankstation is weer drie kwartier verder. Op hoop van zegen dan maar, veel keus hebben we niet.
Daar hebben ze gelukkig wel de benzine die in onze auto mag. Het tankstation ligt aan de E45, een snelweg dus, maar zelfs een blinde kan hier nog oversteken. Niemand te zien. Naast het tankstation ligt nog een leuke kleine waterval. Maar daarna is het tijd voor het grotere werk en stoppen we bij Helvetesfallet, een 30 meter hoge waterval die door middel van vele trappen is te bereiken.
Na uren rijden door de uitgestrekte bossen bereiken we dan eindelijk Furudal. Even daarbuiten ligt het kleiner gehucht Näset, waar Näsets Marcusgård ligt. Zoals ‘gård’ al aangeeft, gaat het hier om een voormalige boerderij (uit 1910). Nederlanders Mireille en Willem toverden hun 8 hectare grote terrein om tot een aantrekkelijke vakantiebestemming. Zo zijn er in de voormalige schuur twee vakantiehuizen gerealiseerd. In het fraaie, gevarieerde bos bevinden zich de twee eyecatchers: ‘Supermåne’ en ‘Oddis Öga’. De eerste is een rode bal die letterlijk tussen de bomen hangt. Wij verblijven in Oddis Öga, een ‘designhut’, die zo uit een film lijkt te komen. Een beetje mysterieus staat deze boven op een heuveltje, met een heerlijk groen uitzicht. De hut is knus ingericht en we voelen ons dan ook snel op ons gemak.
Vanwege de onzekere weersverwachting gooien onze gastheer en -vrouw het programma om. Na een heerlijke pastamaaltijd zetten we koers naar Ärteråsens fäbodar. Wat een cultuurhistorisch pareltje, verstopt in het bos is! Hier heeft de tijd (in positieve zin) stil gestaan. Reeds in Bergby maakten we kennis met het fenomeen van ‘fäbodar’. In de zomer was het gras rond de dorpen bijzonder kostbaar als hooiland om een wintervoorraad aan te leggen. Ongehuwde jonge vrouwen trokken in de zomer met de koeien naar de fäbodar. Iedere boer had zijn eigen perceeltje, met de kenmerkende Zweedse houten hekken omgeven, en voorzien van eenvoudige hutten waar het vee gestald kon worden en waar de vrouwen konden overnachten. Zij moesten waken over de dieren, aangezien er in Zweden genoeg roofdieren op de loer liggen. Ooit stonden er 22 hutten, nu zijn het er nog 12, waarvan de oudste vermoedelijk uit de 15e eeuw stamt. Het plaatje is compleet als we in een van de weides daadwerkelijk koeien zien. Een van de hutten doet nu dienst als wachthuisje voor de vrijwilligers die hier nog altijd op de koeien passen voor het altijd heersende gevaar van wilde dieren, zoals beren en wolven. Buiten het seizoen is deze primitieve schuilhut voor rondtrekkende wandelaars. De zomernederzetting ligt op een heuvel en met iedere stap klimmen we dan ook een stukje. Het uitzicht wordt steeds indrukwekkender. Eenmaal bovenop de heuvel beklimmen we een forse uitkijktoren (Utkikstornet Ärteråsen). De inspanning wordt beloond met een waanzinnig uitzicht over de eindeloze bossen van Dalarna.
De volgende dag is het inderdaad nat. Ontbijten doen we onder de riante en gezellige overkapping achter de boerderij. Vandaag maken we met de gastheer een wat verder uitstapje, naar Naturum Dalarna. Het is opvallend druk bij het grote bezoekerscentrum. Kennelijk lokt het slechte weer meer bezoekers. En terecht! Het centrum is enorm, met een zaal over bossen, een zaal over de grote roofdieren, een zaal over de ijstijd en een zaal over een meteorietinslag. Die inslag 380 miljoen jaar geleden liet de grootste krater van Europa na. Door de verwering is de krater nauwelijks te zien, maar wie op een kaart of luchtfoto kijkt, ziet een opvallend cirkelvormig patroon van meren. Het centrum is eveneens voorzien van een kolossale uitkijktoren. Van achter het glas kun je ook droog van het uitzicht genieten, maar uiteraard klimmen we helemaal door tot de top.
In het gezellige Leksand trakteert de gastheer ons op een lekkere lunch. In de middag houden we ons verder koest en stoken een gezellig vuurtje onder de overkapping. ’s Avonds worden we wederom verwend met een heerlijke maaltijd, waarna het tijd is voor een workshop kaneelbroodjes bakken. Zweden zijn dol op kaneelbroodjes, ze hebben er zelfs een speciale dag voor, 4 oktober. Bij het broodjes bakken schuiven ook de vierjarige Liv met haar moeder en oma aan. Wat een heerlijk kind is Liv. Vol enthousiasme verrijzen vele kaneelbroodjes. Een deel gaat in de panoven onder de overkapping, een ander deel gaat voor de zekerheid in een normale oven in de keuken. Beide baksels lukken, waarna het heerlijk snoepen is van deze echte Zweedse lekkernij.
Na wederom een heerlijk Zweeds ontbijt is het tijd om afscheid te nemen en ons te verplaatsen naar de laatste stop, maar niet voordat we nog even stoppen bij de Styggforsen. Dit is een hoge waterval, met aan de voet ook nog een oude watermolen. Je wandelt hier op korte afstand over verschillend gesteente. Zo zijn de rotsen van de waterval zelf 1,5 miljard jaar oud, waarmee de rotsen tot de oudsten van Zweden behoren. Even verderop zijn de rotsen van weer ‘slechts’ 380 miljoen jaar oud en het gevolg van de meteorietinslag. Hier kun je goed de impact van de inslag zien: de aardlagen staan recht overeind.
Met dank aan
Deze reis is mogelijk gemaakt door Amazing Nature Scandinavia en Näsets Marcusgård. Wil jij ook een toffe vakantie in Zweden? Kijk dan op de website van Amazing Nature Scandinavia.