Bestaat dat, een oneindig bos? Je zou zeggen van niet, ergens loop je altijd wel weer het bos uit. Sinds afgelopen week weet ik dat het oneindige bos wel bestaat, namelijk het Pfälzerwald. Gelegen tussen pakweg de driehoek Kaiserslautern, Karlsruhe en Saarbrücken ligt dit natuurpark. Samen met de aangrenzende regio Noord-Vogesen vormt het een UNESCO Biosfeerreservaat. Gegarandeerd nog veel meer bos- en natuurplezier.
Duitsland is ons favoriete vakantieland. Niet te ver, wel een buitenlandgevoel, verstaanbare taal, goed eten en niet te duur. Dus waar iedereen ineens plannen moest maken voor een vakantie dichtbij huis, hadden wij deze week in het Pfälzerwald allang geboekt. Op slechts 3,5 uur rijden van ons huis waan je je in een andere wereld. Eigenlijk begint de vakantie al op de snelweg. Via de Ardennen en de Eifel slingert de snelweg door de heuvels en hebben we bijna onophoudelijk de meest geweldige uitzichten. De reis vordert dan ook snel en we besluiten het laatste stukje binnendoor te rijden om alvast een eerste verkenning te doen in onze omgeving voor de komende week. Nog niet van de snelweg af of we hebben onze eerste ree al voor de auto, midden op de dag. Wat een fantastisch begin!
Het Pfälzerwald bestaat voor 90% uit bos. Deze bossen zijn beslist niet vlak, aan alle kant rijzen de bergen omhoog en je ontkomt er niet aan omhoog te lopen. Naast bomen is het gebied ook rijk aan uitkijktorens en ruïnes van oude burchten. Tijdens onze tocht richting de bungalow komen we er een tegen. Meteen weten we waar te terecht zijn gekomen, om bij de burcht te komen, moeten we omhoog…. Eenmaal daar aangekomen komen we in een soort sprookjesruïne. Je kunt je nog precies voorstellen hoe het totale kasteel eruit heeft gezien. Hee, wat loopt daar? Een muurhagedis. En daar nog een en nog een en nog een. En ze blijven leuk zitten voor een foto. Kennelijk wel wat mensen gewend. Eenmaal bij onze vakantiestek lopen de muurhagedissen gewoon over het terras. Hmm, kennelijk een algemene soort hier. We zullen maar niet van iedere muurhagedis een foto blijven maken.
Naast bossen en burchten zijn er ook vele rotspartijen in het bos te vinden. De volgende dag is dat onze eerste bestemming. Een wandelroute langs indrukwekkende rotsformaties in allerlei vormen. De rotsen zelf zijn ook het bekijken meer dan waard met de mossen, varens en strepen op het gesteente, die wel jaarringen lijken. Omdat we niet weten hoe toeristische deze streek is en we denken dat rotspartijen best wel mensen kunnen trekken, beginnen we vroeg met de wandeling. We zijn immers toch wakker. Dat blijkt een schot in de roos. De eerste uren zien we geen mensen, pas als we terug in de buurt van het dorp komen zien we de eerste andere wandelaars. We zien de ene na de andere indrukwekkende oprijzende rots. Sommige zijn toegankelijk gemaakt door een trap, bij andere kun je bovenop komen door een bochtje om in het bos te lopen. Je krijgt meteen ontzag voor de aarde en hoe deze steenformaties hebben kunnen ontstaan. De foto’s spreken voor zich, dat het een prachtige wandeling was. Moe maar zeker voldaan komen we terug bij de auto.
Naast bossen en burchten zijn er ook vele rotspartijen in het bos te vinden. De volgende dag is dat onze eerste bestemming. Een wandelroute langs indrukwekkende rotsformaties in allerlei vormen. De rotsen zelf zijn ook het bekijken meer dan waard met de mossen, varens en strepen op het gesteente, die wel jaarringen lijken. Omdat we niet weten hoe toeristische deze streek is en we denken dat rotspartijen best wel mensen kunnen trekken, beginnen we vroeg met de wandeling. We zijn immers toch wakker. Dat blijkt een schot in de roos. De eerste uren zien we geen mensen, pas als we terug in de buurt van het dorp komen zien we de eerste andere wandelaars. We zien de ene na de andere indrukwekkende oprijzende rots. Sommige zijn toegankelijk gemaakt door een trap, bij andere kun je bovenop komen door een bochtje om in het bos te lopen. Je krijgt meteen ontzag voor de aarde en hoe deze steenformaties hebben kunnen ontstaan. De foto’s spreken voor zich, dat het een prachtige wandeling was. Moe maar zeker voldaan komen we terug bij de auto.
Omdat ons het op tijd gaan wandelen wel bevalt, gaan we de volgende dag weer lekker op tijd aan de wandel. Waarom wachten als je toch op bent gestaan. We zijn de eerste op de parkeerplaats, dus dat voorspelt veel goed. Dat de dieren ook nog geen mensen verwachten blijkt al snel, want er staat op het pad een ree rustig van het gras er naast te grazen. Na een kleine maar stevige klim komen we wederom bij rotspartijen. Deze zijn nog indrukwekkender dan gisteren. We lopen aan een stuk een aantal kilometers langs deze imposante stenen. Aan het einde staan we in eens bij een grenspaal. We hebben Frankrijk bereikt. We nemen het pad dat op de grens loopt en dat gaat op en af. Diverse keren moeten we zeer steil omhoog lopen en weer naar beneden. De Fransen laten duidelijk weten dat zij aan de andere kant van de grens zitten. Overal slagbomen, oude, stokoude en nieuwe grenspalen, strepen op de bomen en zelfs oude grenswallen. Je zult hier echt niet de grens over gaan. Het bos is prachtig. De natuur mag hier haar gang gaan en we komen langs allerlei van schillende bossen. Stukje beukenbos, stukje open bos met grassen, stukje eiken-zeggen. Allemaal even mooi. Aan het einde van het pad wacht gelukkig een schuilhut, een ideale rustplaats voor onze boterham. Daarna dalen we af een beekdal in en direct beginnen de bloemen. De berm van het wandelpad is een groot feest van schermbloemen, koninginnenkruid, tijm en andere bloemen. Waar in Nederland dan vervolgens de vlinders tegenwoordig met een loep gezocht moeten worden, vliegen ze je hier om de oren. Hoe verder we de beek volgen hoe mooier ook het beekdal wordt. We wanen ons zelfs even in Zweden. Het aantal vlinders, sprinkhanen en andere insecten neemt fors toe en de ene zeldzaamheid na de ander dient zich aan. Het wandelen gaat nu zo snel niet meer, veel te veel te zien. En we genieten er weer van in stilte, want andere bezoekers van het gebied… die zijn er wederom niet.
Dan is de dag aangebroken dat we wel over de grens gaan. Net over de grens in Frankrijk staat een aantal ruïnes van burchten en we hebben een route uitgezet langs deze punten. Voor we de zuiderburen bezoeken klimmen we nog even op een rots voor een mooi uitzicht over het dorpje waar onze auto staan. En dan gaat het berg op naar de eerste ruïne die we al vanaf een uitzichtpunt hebben zien staan. Het blijkt een museumburcht, dus snel doorlopen, want dat betekent drukte en mensen die willen niet. We volgen een felsenpad naar de volgende burcht, maar voor we daar zijn kijken we nog even bij het uitzichtpunt. We hebben vanaf daar onder het toeziend oog van enkele muurhagedissen een prachtig uitzicht op de eerste burcht en de Noord-Vogezen. Het bos houdt na de grens niet op en lijkt weer oneindig door te gaan. Door naar de twee burchten met prachtige uitzichten. Echter zijn we hier niet de enige, dus we blijven hier niet te lang hangen. We mijden in deze rare tijd immers graag drukte. De laatste ruïne wordt gerestaureerd, dus die kan helaas niet bezocht worden. We rijden binnendoor over de wegen van het gebied terug. Je kunt hier uren rijden zonder veel verkeer tegen te komen en je blijft steeds in het bos. Het is onwerkelijk.
We kunnen er geen genoeg van krijgen. We hebben nog een felsenroute gevonden. En wederom zijn we de eerste op de parkeerplaats. Onderweg hebben we gezien dat er wat mist hangt, dus wellicht hebben we geluk dat we nog wat nevel in het dal op de foto kunnen zetten. Bob spurt de berg op, maar helaas het mag niet baten. De zon is te sterk en de bomen te hoog. Na een tijdje weer parallel aan de rotsen te hebben gelopen komen we bij het belangrijkste uitzichtpunt. In de verte zien we de plek waar we gisteren waren. De uitzichten over het enorme woud blijven indrukwekkend. We lopen deze gevarieerde route rond en komen ook deze keer bijna geen mensen tegen. Op de terugweg rijden we via de Duitse wijnroute. Ten oosten van het Pfälzerwald geen oneindig bos, maar oneindige wijnvelden. Schattige goed onderhouden dorpjes, vol met druivenranken. Veel toerisme, wat een contrast met het arme leven in het bos. We gaan het bos weer in via de Kalmit, de hoogste berg van het Pfälzerwald en nemen met een grandioos uitzicht afscheid van de wijnregio.
Vandaag de eerste echt warme dag. Dus vandaag een waterwandeling. Cultuurhistorie vinden we ook altijd interessant en we hebben een route gevonden die ons vertelt hoe ze vroegen het hout via watersystemen bij de watermolen kregen. De locatie van de watermolen is nu onze parkeerplaats. Het beekdal is zo op de vroege morgen koud, heel koud. Van die warme dag merken we nu nog helemaal niks. Brrr. Maar ondanks dat het een bekenroute is, ligt de bron boven en dus gaan we weer stijgen. Inmiddels willen de kuiten echt niet meer en het gaat steeds trager. Wandelen hier is toch echt wel even wat anders dan in Zuid-Limburg of de Mookerheide. Onderweg komen we voetsporen tegen van edelherten en ook het zwijnengewroet is hier zichtbaar. Het zit er dus allemaal. Wat er niet zitten zijn mensen. Deze route zien we er geen een. We volgen onze weg langs het ingenieuze systeem van beekjes en watervalletjes die hoogteverschillen overbruggen om de boomstammen bij de zaagmolen te krijgen. Het is een heerlijke tocht. De middag brengen we door bij de vakantiebungalow, lekker uit de zon met een windje.
De laatste dag breekt aan. Vandaag voorspellen ze nog meer warmte. Dus op naar een ander beekdal. De folders voorspellen een woeste bergbeek. Voor het eerste zijn we de tweede auto op de parkeerplaats. Een ander gezin dat waarschijnlijk hetzelfde denkt is ons voor. Maar al gauw zien we ze niet meer. De beek slingert in een diep dal en bruggetjes zorgen er voor dat we keer op keer de beek moeten oversteken. Dit kan ook via boomstammen of stenen, voor Agnes is het hier een groot speelparadijs en de bruggetjes worden door haar juist overgeslagen. Als we aan het einde van het dal zijn en de route verder willen vervolgen worden we overvallen door de warmte die buiten het dal heerst. Tijd om terug te lopen en via de koelte van het beek naar de auto terug te gaan. Jammer, maar hitte is niet onze beste vriend. In het bos in de schaduw bij het huisje is het goed uit te houden en daar genieten we nog volop van de kuifmeesjes, roodstaarten, muurhagedissen en keizersmantels op de vlinderstruik.
Onze vakantie in het Pfälzerwald zit er op. Een mooie nieuwe regio ontdekt, die nog een hoop geheimen niet heeft laten zien. We gaan hier vast en zeker nog eens terug komen. Iets voor een herfstvakantie wellicht, dan hebben al die bomen een mooie kleur.