Startpunt: Parkeerplaats Sporthal ’t Vroendel, Keerderweg 1, Gronsveld
Het is heerlijke herfstweer, dus tijd om nog even te genieten van de laatste herfstkleuren. Waar kun je dat nu beter doen dan in de heuvels van Zuid-Limburg met prachtige uitzichten. Op naar het Savelsbos net ten zuiden van Maastricht.
Een niet al te lange route deze keer. Het Savelsbos is heuvelachtig, dus we hebben onze krachten al genoeg nodig. We zijn nog niet onderweg of de eerste buizerd roept in de verte. Lopend over de holle weg klimmen we al vals plat omhoog. Prachtige dikke bomen sieren de helling en dassen hebben hun best gedaan hier hun paradijsje te maken.
Eenmaal boven komen we bij de oude boswachterswoning “De Beuk”. Deze boswachter had wel een erg fenomenaal uitzicht. We kijken over de heuvel uit. Direct achter de woning zijn rotsen, hier is ooit mergel gewonnen.
Terwijl we over het smalle pad weer naar beneden dalen lopen we door een hoogstamboomgaard. Hier in de deel van Zuid-Limburg treffen we nog veel boomgaarden aan. Deze is duidelijk voor de natuur bedoeld. Een mooie manier om de cultuurhistorie in leven te houden.
Hoewel het paadje eigenlijk door de bomen moet slingeren gooien omgevallen bomen roet in het eten. Door een eerdere storm liggen er bomen en moeten we verder over het iets bredere pad, maar dit is zeker geen straf. Het bos is prachtig en de herfst laat zich van haar beste kant zien.
We slingeren door het bos en lopen langs een grub. Een grub is een diepe sleuf in het landschap, een ander woord voor een droogdal. Een plek waar vroeger vanaf de hooggelegen plateau’s het water naar beneden kwam richting de Maas. Onder aan de grub is een geheimzinnig paadje tussen twee hoge bergen. Het blijkt een groeve te zijn, de Trichterberggroeve. Hier in het Savelbos zit het vol met oude groeves waar vroeger mergel werd gewonnen. Er is een kleine grot waar je even in kunt.
Nadat we de weg zijn overgestoken lopen we het zuidelijke deel van het Savelsbos in. De herfst ademt rust uit en een dikke beuk staat prachtig in het bos. We komen bij een groot gat. Deze keer geen mergelgroeve, maar een grindgroeve. Deze groeve is eeuwenlang gebruikt om het materiaal wat er uit gewonnen werd te gebruiken om wegen te verharden. Sinds Staatsbosbeheer het in 1950 in beheer heeft is het gestopt.
Wie goed om zich heen kijkt ziet het bos wat veranderen. Er komen andere soorten in het bos, zoals lindes en haagbeuken. We lopen weer om een grub heen en steken deze zelfs over via een bruggetje. In het voorjaar is het hier overigens prachtig met bosanemonen en daarna hele velden aan daslook. Het bos ruikt dan heerlijk naar uien. Sorry, ik vind dat heerlijk ?.
We lopen door een oud stuk lindebos. Dit is een bos zoals het hoort te zijn. Lindes zorgen voor een rijk bodemleven. Hier zijn dan ook veel bijzondere insecten te vinden. In dit stukje vinden we ook de Henkeput. Wie even in de uitsparing van het hekwerk gaat staan kan 12 meter naar beneden in de diepte kijken. De Henkeput is een oude kalksteenmijn.
We wandelen naar beneden en we lopen het bos uit om door de boomgaarden terug naar de auto te lopen. In april is het hier een kleurenexplosie van de bloesem, nu geven de bomen een kleurenexplosie van de gekleurde bladeren. Ook de bosrand doet gezellig mee en de avondzon doet ook een duit in het zakje. Nu de tijd is verzet, is het vroeger donker en dan merken we. Dus een extra wandeltandje erbij, maar dat lukt niet echt, want we vallen in de herhaling. Om iedere hoek slaken we de kreeg: “Wat is dit mooi!…”. En weer een foto erbij. Een extra koe in de weide bij de boomgaard heeft nog een extra dementie aan de sfeer.
Tevreden en blij komen we weer aan bij de auto. Wat een topper is het Savelsbos toch altijd weer. Na net iets meer dan 9 kilometer herfstgevoel ben ik weer helemaal opgeladen.