Nieuwegein en wandelen? Misschien niet de eerste combinatie die in je opkomt, maar wij lieten ons verrassen. Wij ontdekten het landschap tussen Schalkwijk en Tull en ’t Waal. Via Rondje Linielanding (10 of 16 km) en het Rondje Schippersdorp (5 km) dwaalden we door het oude Vreeswijk, langs forten en watergangen vol natuur en historie.
We parkeren de auto bij de TOP Linielanding waar ik vaak langs ben gereden, zonder te weten dat dit een prima startpunt was voor een wandeling. Grappig hoe je zo’n plek over het hoofd kunt zien. Je kunt hier niet alleen je auto parkeren, maar ook je auto of e-bike opladen of je kunt terecht bij het restaurant om zelf even bij te tanken. Het uitzicht vanaf het terras is overigens geweldig!
We zijn nog geen paar minuten op weg of we staan al voor een verrassing; een bruggetje over de Waalsewetering. Daarna lopen we door het gras naar de splitsing met de Schalkwijkse wetering. Deze watergangen zijn gegraven voor de ontwatering van de gronden rond de dorpen Schalkwijk en ’t Waal. Het hoge gras verraadt dat hier niet veel wandelaars komen, wat zonde is, want het wemelt hier van het leven. Een wegvliegende purperreiger, de knobbelzwanen hebben nog jongen, hazen die een sprintje trekken en zilverreigers vliegen luidkeels roepend over. Verder heerst hier de rust, en dat in het drukke hart van Nederland. Regelmatig passeren we een bruggetje of zelfs een overstapje.
Zo komen we aan in het Verdonken Bos. In de jaren tachtig is in het kader van landinrichting hier een bos aangelegd. Door overstromingsproblemen bij zware regenval is besloten om het bos te gebruiken als wateropslagplaats. Daardoor zijn de bomen letterlijk verdronken; de stompjes van de bomen steken nog boven het water uit. Door de 250 meter lange vlonderbrug kun je nu nog steeds genieten van het bos. Doordat wij vroeg zijn staat de zon nog laag, waardoor een blauwe reiger die verdekt opgesteld staat in de schaduw bijna niet opvalt.
We wandelen hier door het inundatiegebied van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Sinds 2021 is deze linie samen met de Stelling van Amsterdam UNESCO Werelderfgoed Hollandse Waterlinies. De Nieuwe Hollandse waterlinie was in gebruik tussen 1870 en 1945 en loopt van het IJsselmeer, toen nog de Zuiderzee, bij Muiden tot aan de Biesbosch. Deze linie, de naam zegt het al, diende als vervanging van de Oude Hollandse Waterlinie uit de 17e eeuw. Met de linie kon ook de stad Utrecht beschermd worden. Daarom zijn er rondom Utrecht zoveel forten te vinden. We wandelen een tijdje langs een zogenaamd inundatiekanaal. Dit kanaal heeft als taak het water aan te voeren om het land onder water te kunnen zetten, de inundatie. Met 50 centimeter water was het net te diep om doorheen te waden en te ondiep om te varen. Simpel, maar effectief. Eerder liepen we al langs de Grebbelinie, deze linie was de voorverdediging van de Oude Hollandse Waterlinie. Na de Tweede Wereldoorlog verloor de linie zijn functie, omdat men nu immers met het grootste gemak met vliegtuigen veilig de linie kon oversteken.
Wij kiezen voor de verkorte route van 10 kilometer. Je kunt de route verlengen met 6 km naar Werk aan de korte Uitweg, Fort Lunet aan de Snel en Fort Honswijk, het oudste en grootste torenfort van de waterlinie. Wij liepen deze verlenging echter al ooit eens eerder. Dat gedeelte is namelijk ook een Klompenpad Kids. De route loopt tussen de genoemde forten over de Gedekte Gemeenschapsweg. In geval van nood moesten militairen zich snel tussen de forten kunnen verplaatsen, wel zonder gezien te worden. Een aardenwal met betonnen schuilplaatsen maakte dit mogelijk. Deze gedekte weg is de meest complete van de gehele waterlinie.
Wij wandelen rechtstreeks naar Werk aan de Waalse Wetering, een compact fort uit 1878 vanwaar je bovenop mooi uitzicht hebt over het onder water te zetten land. In geval van oorlog was hier plaats voor 95 soldaten. Nu is het een overwinteringsplaats voor vleermuizen.
Via het jonge Waalse Bos komen we bij de Lekdijk, waar we in de verte de sluizen van Hagestein zien. We wandelen over het recreatieterrein ’t Waal naar het dorp Tull en ’t Waal. Niet voor niks een dubbele naam, want eigenlijk lopen we door ’t Waal, want Tull ligt wat verder naar het oosten. De kerk uit 1338 is een rijksmonument, maar is in 1567 volledig vernield door een roversbende. Verderop ligt aan de Waalsewetering boerderij Geerenstein. Wie er langs wandelt zal meteen opvallen dat de ramen wat bijzonder gesitueerd zijn. Dat is de opkamer van deze 16e eeuwse krukhuisboerderij. Bij een krukhuisboerderij staat het woonhuis dwars op de stal. Bovendien had het dus een verdieping; dat was in de 16e eeuw een teken van welstand.
Rondje Schippersdorp
Voor onze volgende route steken we (met de auto) het Lekkanaal met de Beatrixsluizen over waardoor we in Vreeswijk aankomen. Het Rondje Schippersdorp vertelt ons het verhaal van dit dorpje, hoewel het nu een wijk van Nieuwegein is.
Nieuwegein is een typische groeikern om mensen uit de stad Utrecht te kunnen huisvesten. Tot in de jaren ‘60 waren Vreeswijk en ook het dorp Jutphaas zelfstandige dorpen. In 1971 ontstond de nieuwe gemeente Nieuwegein en werden de twee dorpen een wijk. Laat je hierdoor niet afschrikken, want Vreeswijk blijkt een verrassende verborgen parel!
Wie in Vreeswijk rondwandelt, voelt aan alles dat het nog een echt schippersdorpje is aan de Lek. Tijdens de route zien we op diverse interessante punten een paaltje met een QR-code. Hier vertelt Kees in verschillende stadia van zijn leven de historie van het dorpje, maar ook over historische bunkers met schietgaten, de zogenaamde ‘Kazematten’, onderdeel van de Hollandse Waterlinies. Ook Fort Vreeswijk waar we de auto parkeren speelt een grote rol in de geschiedenis van dit dorpje. Maar eerst gaat de route naar de oude botenwerf. Vreeswijk is gebouwd op een eiland en leefde van het water. Op het kruispunt van eeuwenoude vaarwegen staat dan ook niet voor niks de oude botenwerf, nu een museum.
Aan de andere kant van het water valt een grote villa op, het schippersinternaat Prins Hendrik. Het was de eerste school in Nederland voor schipperskinderen. Als je door Vreeswijk loopt, valt niet alleen het vele water op, maar ook de vele sluizen. Om hier te komen reden we al over de nieuwe Beatrixsluis. Hier in het dorp komen we achtereenvolgens langs de Koninginnesluis, Oude sluis en de Rijkshulpschutsluis.
In het Merwedekanaal vinden we de dubbele Koninginnesluis. Wie niet naar de sluis kijkt, maar juist de andere kant op, ziet een rijtje sluiswachterswoningen in neorenaissancestijl, met kenmerkende gele banden, decoratief metselwerk en sierlijsten onder de goot. In de Dorpsstraat vinden we het ene monument na het andere uit de 17e of 18e eeuw. Op de bordjes lezen we dat hier onder andere een school, een kruidenierswinkel, een kapsalon, een melkhandel, tabakshandel en een vleeshouwerij te vinden waren.
Via de Rijkshulpschutsluis, gebouwd als tijdelijke noodsluis toen de Oude sluis in 1817 werd vernieuwd, wandelen we naar de Lekdijk. Vanaf hier hebben we een goed zicht op Fort Vreeswijk. Deze vindt zijn oorsprong in het Rampjaar 1672, toen de Fransen op deze locatie een schans aanlegden. In 1853 is dit een fort geworden om de vaarwegen rond Vreeswijk te verdedigen. Het fortterrein is vrij toegankelijk, maar er is een visevenement bezig, dus voor deze keer laten we het maar voor wat het is. Deze routes hebben ons echt verrast en zijn een aanrader voor wie natuur en geschiedenis wil combineren.
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met Routebureau Utrecht en Hollandse Waterlinies. Het Rondje Linielanding en het Rondje Schippersdorp zijn te downloaden vanaf de website Routes in Utrecht.