Startpunt: Parkeerplaats bij Infozentrum Krickenbecker Seen, Krickenbecker Allee 36, Nettetal, Duitsland
De Krickenbecker Seen en de Wittsee zouden zomaar namen uit een romantisch sprookje of verre vakantiebestemmingen kunnen zijn. In werkelijkheid ligt dit op en top voorjaarsgebied net over de grens bij Venlo.
Het startpunt voor de route vormt het Infozentrum Krickenbecker Seen. Natuurlijk kun je meteen starten met de route, toch loont het de moeite het Infozentrum van binnen te bekijken of eerst eens even naar de oeverlijn van het Hinsbecker Bruch te lopen. Dit imposante meer is het grootste van de vier meren die samen de Krickenbecker Seen vormen. Een immens moeras in het dal van de Nette vormde de basis van dit gebied. Het ruim aanwezige veen groef men in de periode van de zestiende tot de negentiende eeuw af, waarna de waterplassen overbleven. Al vroeg had men de natuurlijke waarde van al dit water in de gaten, waardoor het reeds in 1938 de status van beschermd natuurgebied kreeg.
Voorjaar
Nergens start het voorjaar zo vroeg als in natte gebieden. Overal hangt onder de heerlijk warme lentezon een frisgroene waas over het landschap en bezorgen bloemen je een vrolijk gevoel. De pinksterbloemen (met oranjetipjes en klein geaderd witjes!), speenkruiden, dotterbloemen, bosanemonen, paardenbloemen, sleedoorns en zoete kersen vallen daarbij het meest op. Wie beter kijkt, bemerkt de vaak subtiel getinte bloemen van de wilgen en de sierlijke berkenkatjes. Ook de vogels laten merken dat de winter echt niet meer terugkomt. Vanaf het eerste licht tot de zonsondergang klinken overal de opgewekte deuntjes. Takjes onder de dakpannen van een oude boerderij aan de ‘Schöp’ verraden een nest. Niet veel later verschijnt inderdaad meneer mus met een volgend takje, terwijl het vrouwtje vanaf de nok aandachtig toekijkt. Ze voert helemaal niets uit en laat manlief keer op keer met takken aanrukken.
Naturschutzhof
Lente is het zeker ook op het erf van het NABU Naturschutzhof Nettetal. Niets herinnert je aan het feit dat dit ooit een varkensboerderij was. Op twee hectare tref je allerlei verschillende biotopen in het klein met een uitbundig dieren- en plantenleven. De eindeloze liefde voor de natuur straalt van een oudere man af. Het blijkt de eigenaar te zijn. “Het startte in 1985 allemaal met de verbouwing van de varkensstal tot kleine informatieruimte. In de jaren erop volgden steeds nieuwe stukjes ‘natuur’: kruidentuin, vijvers, bloemenweide, boomgaard, steentuin, moeras en nestgelegenheden voor tal van dieren. De hoge toren vol nestkasten midden op het terrein biedt onderdak aan onder andere huismussen, mezen en spreeuwen.” De vogels vliegen aan en af met nestmateriaal. Op het dak pronkt een grote uilenkast. Maar ook aan kleinere dieren is gedacht. Op het terrein staan verschillende insectenhotels en hangen speciale vleermuiskasten, terwijl een kale berg zand massa’s zandbijen aantrekt. Hier moet een grote groep vrijwilligers actief zijn. “Nee, geen vrijwilligers. Ik doe het allemaal zelf, samen met vijf vaste medewerkers”, aldus de eigenaar. Het gehele terrein oogt echt Duits; een tikkeltje rommelig, soms misschien wat gedateerd, maar toch raak je er niet uitgekeken. In een nat hooilandje bloeien kievitsbloemen, terwijl even verderop het wildemanskruid op een berg stenen pronkt. En natuurlijk zijn er altijd die massa’s vogels die je gezelschap houden. Hier houd je het gemakkelijk een dag vol, je bent gewaarschuwd als je de wandeling wilt volbrengen.
De Wittsee
Via een oude spoordijk steek je De Wittsee over. De vele bankjes nodigen uit tot een korte pauze. Op het water dobberen zwanen rond tegen een achtergrond van bloeiende wilgen. Zo rustig en gracieus deze witte vogels zijn, zo druk zijn de meerkoeten. Dan weer naar links, dan weer naar rechts, af en toe afgewisseld door hoge kefjes en piepjes. Een blauwe reiger vliegt over en kiest een rustig plekje in de verte. Ook in de Königsbach zwemt een koppeltje zwanen. Ze trekken zich nergens wat van aan en grazen rustig van het gras op de oever, waar ook bosanemonen bloeien.
Roerdomp
Na het verlaten van De Wittsee loop je over een zeer fraai pad. Rechts van je stroomt de Nette, links ligt de in 2009 gerealiseerde natuur van het Rohrdommelprojekt. De roerdomp laat zich niet zien of horen, tal van andere vogels wel. Ook hier kennen de krakeenden, futen, meerkoeten en Canadese ganzen geen angst voor mensen. Sterker nog, een fuut broedt op slechts enkele meters van het pad. Hierdoor kun je al het vogelleven prima beleven, zelfs zonder verrekijker. Een kleine uitkijktoren biedt zicht op het gehele ‘nieuwe’ stukje natuur.
Nordkanal
Via een aangename variatie aan bossen met unieke, grillig gevormde hakhoutbeuken bereik je ineens een merkwaardige kerf in het landschap met in het midden een aarden wal. Het blijkt te gaan om het Nordkanal, ofwel het Grand Canal du Nord of de Noordervaart. Reeds in de zeventiende eeuw droomden de Spaanse Nederlanden van een kanaal tussen de Schelde en de Rijn. Door de Dertigjarige Oorlog kwam deze verbinding, de ‘Fossa Eugeniana’, nooit gereed. Bijna 200 jaar later ondernam men met het Nordkanal een nieuwe poging, ditmaal van Venlo naar Neuss. Opnieuw kwam het project nooit gereed, omdat geheel Nederland in Franse handen kwam en Napoleon daarmee vrij beschikte over de Nederlandse zeehavens. De natte delen van het kanaal bieden nu ruimte aan fraaie groepen dotterbloemen en gele lis.
Grande finale
Vanuit het niets laat je ineens het vlakke land achter je en begint de beklimming van de Taubenberg, lokaal bekend als de ‘Hinsbecker Schweiz’. Via de oude galgenberg bereik je de enorme uitzichttoren, of moet je zeggen: de twee op elkaar geplaatste torens? Voor de bovenste toren betekent hoogtevrees een no go. Via 138 treden klim je 29 meter omhoog en sta je op 110 meter hoogte boven de zeespiegel. In de verte pronkt Schloss Krickenbeck, een machtig kasteel uit de dertiende eeuw, te midden van de Krickenbecker Seen. Zo snel je boven bent, sta je ook weer aan de voet van de Taubenberg met een zogenaamd hangveen. In deze tijd valt de gagel op met zijn goudkleurige katjes. Nog eenmaal pronkt de toren van het kasteel tussen de elzen en wilgen, grauwe ganzen kortwieken het gras of luieren lekker in het lentezonnetje. Tijd om hetzelfde te doen!
Deze route verscheen eerder in Roots Magazine.