Startpunt: Parkeerplaats Natuurpark Lelystad
Vandaag staat Natuurpark Lelystad op het programma. We rijden vroeg weg, want het is een hele afstand vanuit Limburg. Natuurpark Lelystad is het enige wildpark van Nederland.
In Duitsland kennen ze veel van dit soort parken waarin de zoogdieren die in het land thuishoren “tentoon” worden gesteld in hun natuurlijke omgeving. Direct in de omgeving van de Nederlandse grens liggen er wel een paar zoals Wildpark Gangelt bij Sittard en Wildpark Anholter Schweiz bij Ulft / Gendringen. Natuurpark Lelystad is ontstaan omdat de dierentuin Artis graag grotere zoogdieren wilde tentoonstellen en daarvoor een groot gebied zocht. Inmiddels is het Flevolandschap de eigenaar.
Het is maar goed dat we op tijd zijn weggereden, want een ongeluk op de A1 zorgt ervoor dat we aardig wat tijd verliezen aan de file die er door ontstaat. Eenmaal bij het park begint de zoektocht naar de dieren. We besluiten eerst richting de wisenten en de przwalskipaarden te lopen. Deze verblijven zijn samengevoegd en vormen nu een immens terrein. De geasfalteerde paden maken dat je dit park ook gemakkelijk op de fiets kunt bezoeken. Maar wij hebben de benenwagen en daarmee kunnen ook over de graspaden. Als we over het Wisentpad lopen, een pad dat binnen de hekken van het verblijf loopt, zien we in de verte de wisenten staan. Helemaal in een uithoek bij een uitkijkpost.
Wat een machtige dieren zijn het. Ze hebben kalveren, maar dichtbij het hek komen ze niet. De wisent is een bizon, wat goed te zien is aan de hoge schouderbladen. In Nederland zijn op drie plaatsen herintroducties van de wisent, in het Kraansvlak bij Haarlem, op de Veluwe bij Harskamp en in de Maashorst bij Uden. De laatste wisent stierf in 1919 in het wild uit in Polen, in de Bialowieza. Er waren nog 54 dieren over in gevangenschap en daarmee is gewerkt aan een nieuwe stabiele populatie. Er zijn nu weer 5500 wisenten in Europa. Natuurpark Lelystad werkt mee aan de instandhouding van dit mooie dier.
We gaan verder op zoek naar de przewalskipaarden. We lopen helemaal om het verblijf heen. Ja hoor, ze staan op het laatste stukje. Wat je hier ziet is een echt oerpaard. Eigenlijk geldt voor deze paarden hetzelfde verhaal als voor de wisenten. Er waren eind jaren 60 nog maar 13 dieren over, maar ook deze soort is er door fokprogramma’s weer bovenop gekomen.
Op naar de elanden. In dit weelderige verblijf kunnen die dieren zich goed verstoppen. Elanden zijn echte waterratten en lopen het liefst de hele dag te snoepen aan de planten van hun waterrijke verblijf. Ook het verblijf van de elanden is enorm en in het eerste stuk zien we dan ook niks.
De drukte bij de otters verraad dat de voedertijd gaat beginnen. Otters zijn actieve dieren die leven van voornamelijk vis. In het wild gaat het nu weer beter met de otter, ze komen weer voor in Friesland, Nieuwkoopse plassen, Nationaal Park Wieden-Weerribben en de Geldersche Poort bij Nijmegen. Er vallen nog wel veel verkeersslachtoffers onder otters, omdat ze bang zijn om onder viaducten door te zwemmen. Dus wat doen ze: ze klimmen uit het water en steken met droge voetjes de weg over en gaan aan de andere kant weer het water in. Dat is natuurlijk niet echt heel handig. Daarom worden er op veel plaatsen loopplankjes onder de viaducten gemaakt en afrastering bij de wegen geplaatst. Zo kan een otter via het loopplankje toch met droge voetjes de andere kant van de weg bereiken.
Onderweg richting de zwijnen houden we het elandenverblijf wel in de gaten, maar zien niks. We lopen door het verblijf van de Pater Davidsherten, die zich nu ook even niet laten zien naar de wilde zwijnen. Deze dieren zijn altijd nieuwsgierig. Hopen ook op wat eten, denk ik. Ze hebben jongen en die rennen alle kanten op. Een zwijn vindt ons leuk en loopt een heel eind met ons mee langs de draad op. Ook voor fotomodel spelen vindt hij (of was het een zij) geen probleem.
We gaan naar de edelherten, maar niet voordat we nog een omweg hebben gemaakt langs de rest van het elandenverblijf. Ze blijven onvindbaar. Jammer! De edelherten zitten samen met de moeflons in een groot verblijf. Al meteen aan het begin zien we wat bruins boven het gras uitsteken. Het zijn de moeflons, maar ze zijn te verstopt om goed te zien. Verderop staan een aantal mannelijke herten. Ze beginnen langzaam met burlen, het geluid dat ze in september maken om duidelijk te maken wie de baas is en dus recht heeft op de vrouwtjes. Ook de hindes vinden we, maar die rennen snel weg. De dieren zijn hier soms schuw, maar daarmee merk je wel dat ze nog goed hun natuurlijke gedrag vertonen. Heel even laten de moeflons zich ook nog goed zien, om ook daarna in het hoge gras te verdwijnen.
We hebben een hoop dieren gezien en het park is sowieso erg mooi om door heen te wandelen. Je merkt dat het gebied steeds volwassener wordt en dat de bomen op deze nieuwe gronden nu groter worden.
De gpx geeft een route weer van 8 kilometer. Ik heb mijn omzwervingen en dubbele paden er al voor je uitgehaald.