Startpunt: Parkeerplaats Rozendaalse Veld, Kluizenaarsweg, Rozendaal
Alleen aan het begin en eind zijn er horecagelegenheden. Daarna is er niets anders als bos, hei, gras, zand, Schotse hooglandrunderen, herten enzovoort…
Deze zin in de 27 jaar oude folder van Natuurmonumenten spreekt mij erg aan. De heide bloeit en die wil ik graag zien. Deze folder heb ik al die jaren bewaard om ooit eens te lopen. Ik pas de route wel iets aan, want ik wil niet richting het bezoekerscentrum lopen. Daar zijn mij te veel mensen, want ik wil niets anders als bos, hei, gras, zand en rust…
Als ik de auto parkeer is er alles behalve rust. De ijskraam is aan het opbouwen en overal lopen mensen die hun hondje uitlaten. Gelukkig weet ik uit ervaring dat hondenuitlaters niet zo ver lopen als ik. Dat blijkt te kloppen, want als ik een smal heidepad in ga en het laatste glinsterende blik uit het zicht verdwijnt, loop ik de stilte in. Helemaal mooi wordt het als het pad nog smaller wordt en eigenlijk alleen een soort wildpaadje over een kop van een rug overblijft. Zowel links als rechts heb ik prachtig zicht op de bloeiende heide en het merk ik ook dat ik steeds hoger ga lopen en zelfs in de verte zicht over de bomen heen heb.
Na de brandtoren komt de grote oversteek van de Rheder- en Worthrhederheide. Ik heb het klaphekje nog maar net zachtjes achter me dicht gedaan of ik hoor iets wat op loeien moet lijken. Ik klim omhoog naar een eenzame boom, die duidelijk wat te lijden heeft van de wind die op dit hoge punt constant om hem heen draait. Ik heb er zicht op een vennetje en er staat een Schotse hooglander bij. Hij heeft dorst. Ik vervolg mijn weg en om de paar minuten schrik ik, steeds vliegen er graspiepers voor me op. Ze zitten verstopt in het gras langs het pad. In de stilte eet ik een broodje op een bankje. Ik heb hier een groots uitzicht en ik hoor niks, ik zie niks, er beweegt niks. Wat een rust straalt dit landschap uit. Helaas mag dit veld wel de naam heide dragen, het merendeel is toch écht gras.
Verder gaat de tocht en af en toe kom ik een, hooguit twee Schotse Hooglanders tegen. Dat ik ver weg van de bewoonde wereld ben zegt ook mijn telefoon. Ik heb geen enkel bereik hier en dat vind ik helemaal niet erg. Zodra ik bij het fietspad ben moet ik even bijkomen, want hier ben ik niet alleen. Af en toe komt er een fietser langs. Ik besluit, ondanks dat het midden op de dag is, toch even naar het uitkijkpunt De Elsberg te lopen. Kan ik daar meteen mijn andere broodje op eten. Uiteraard zie ik geen wild, maar ik schijn wel net te laat te zijn, zo vertelt een andere bezoeker me. Er zijn net twee herten verschrikt door een hond weggerend.
Zodra ik van het fietspad af ga en weer het bospad in loop is het direct weer stil. Hier lopen geen uitgezette wandelroutes en dat merk je. De warmte zorgt ervoor dat de herfst bij de berken er al vroeg in zit, ze hebben al gele blaadjes. Langzaamaan merk ik ook dat deze dag warmer wordt, maar hier in het bos in de schaduw merk ik daar niet veel van. Wat ik wel merk is dat ik dichter bij de Posbank in de buurt kom. Her en der zie ik af en toe iemand lopen. Het zijn niet veel mensen. Midden op het pad zit een mevrouw uit te rusten. Ik denk eerst dat ze iets in de bomen ziet, maar bij gebrek aan een bank vond ze het pad ook een mooie pauzeplek. En gelijk heeft ze!
Dan volgt het Herikhuizerveld. Hier zorgt Natuurmonumenten er wel voor dat er geen gras tussen de heide groeit. Dit is namelijk hét paradepaardje van de vereniging. Rondom het punt de Posbank zelf is het druk en als ik een stukje van de bewegwijzerde route volgt kom ik ook nog mensen tegen. Dan sla ik rechtsaf, buiten de uitgepijlde paden om en daar is ie weer… de rust. Ik klim over het Herikhuizerveld weer richting het Rozendaalse Veld. Daar heb ik nog even een mooi zicht op de zandverstuiving. Nog even wat laatste heidepollen en het ontwijken van een prikkelbare plant, de stekelbrem en dan ben ik weer bij mijn auto. Wat heb ik genoten van de stilte, rust en de bloeiende heide!