Startpunt: Parkeerplaats Heldense Bossen,
De Heldense Bossen 4, naast de kinderboerderij bij wandelknooppunt 28.
Routebeschrijving:
– Bij de parkeerplaats is wandelknooppunt 28
– Volg vanaf 28 de onopvallende zwarte paaltjes met grijze pijlen naar de wandelknooppunten 23-20-21-22-25-27-31-66-62-21-22-24-61-56-52-19-28
Route uitstippelen kan via de website van Hart van Limburg
https://www.hartvanlimburg.nl/nl/wandelrouteplanner-limburg



Met maar liefst 1.100 hectare hoort de Heldense Bossen tot de grootste bossen van Limburg en zeker van de #Limburgsepeel. Toch is het er opvallend rustig, terwijl er meer dan genoeg te ontdekken valt!
De wandeling start bij de gelijknamige camping, maar al snel verdwijnt deze letterlijk en figuurlijk buiten beeld. Het dichte bos omarmt je als een groene vriend. Dankzij het vochtige herfstweer van afgelopen tijd groeien er op de bosbodem allerhande paddenstoelen. Vandaag is het echter allesbehalve herfstweer; het is warm en broeierig.


Het bos maakt kortstondig plaats voor akkerland. In de bosrand zie ik een lieveling, een nachtvlinder die ook overdag actief is. De vlinder is crèmekleurig met een opvallende roze streep over de vleugels. Het blijkt nog maar het begin… Omdat het nog altijd aanhoudend warm is, bloeit er ook nog van alles, zoals boerenwormkruid, avondkoekoeksbloem en gewone hennepnetel. Door de warmte zoemt en fladdert er van alles rond de bloemen, zoals een atalanta en bont zandoogje.



Het pad duikt het bos weer in, maar de zone rond het pad is breed, zodat je als het ware een zeer brede bosrand hebt. Dergelijke overgangen zijn zeer waardevol voor de natuur. In deze ‘bosrand’ groeien veel exoten, soorten die hier van nature niet thuishoren, zoals Amerikaanse vogelkers (nog niet rijpe rode bessen en reeds rijpe zwarte bessen) en westerse karmozijnbes. Met name deze laatste is een opvallende verschijning met zijn zuurstokroze ‘aren’ en donkerpaarse vruchtjes. Minder opvallend zijn de kleine beestjes die massaal aanwezig blijken te zijn. De groene schildwants verraadt met zijn naam al dat ie wegvalt tegen de groene bladeren waarop hij te vinden is. Ineens zie ik een opvallender wantsje dat ik niet thuis kan brengen. Het blijkt een knoopkruidschildwants, zowaar een zeldzame soort! Ik zoek geduldig verder en ontdek nog een ruitrandwants, zuringrandwants en groene schildwants. Op het pad verraden zadenrijke, zwarte drollen dat hier wel eens een vos passeert.




In het bos passeer ik een stukje met sparren. Ze hebben allemaal het loodje gelegd. De sparren hebben het moeilijk door de warme, droge zomers. Ze hebben daardoor een slechtere conditie en daar maakt de letterzetter dankbaar gebruik van. De sparren overleven deze bezoeker niet. Voor de natuur is het overigens helemaal niet erg. Het onnatuurlijke, donkere naaldbos maakt zo plaats voor een gevarieerder bos met voorlopig veel licht. Paddenstoelen en spechten profiteren dan weer van het dode hout. Het bos is in deze hoek van de Heldense Bossen trouwens prachtig; de vele varens maken er iets sprookjesachtigs van.


Een nieuwe brede corridor volgt. Enkele struikjes heide laten zien dat de Heldense Bossen honderd jaar geleden helemaal geen bos was, maar uit uitgestrekte heide en zandverstuivingen bestond. Met dergelijke ‘nutteloze’ gronden kon men echter niet zoveel, waardoor veel van dergelijke gebieden beplant werden. In de brede zone groeien wederom veel bloemen, waaronder een van mijn favoriete bloemen, het kaasjeskruid. De zon breekt inmiddels door, waardoor het onaangenaam warm wordt. De natuur deert het niet en lijkt op te veren. Overal fladderen kleine vuurvlinders, een heerlijk gezicht! Even fascinerend: bosmieren slepen dennennaalden en andere takjes mee naar hun grote koepelvormige nest.





Ik steek de N277 over en kom in een compleet andere wereld terecht. Nu even geen naaldbomen, maar loofbomen, zoals esdoorns. Op een stam zitten vele slanke slakjes, clausilia’s. Rabatten (greppels met strookjes land ertussen) verraden dat het hier ooit een stuk natter was, hetgeen ook het loofbos en de aanwezigheid van de slakken verklaart.



Opnieuw steek ik de N277 over. Op een stronk groeit een immense paddenstoel, de eikhaas. Blonde heuvels van stuifzand (de Kesselse Bergen) zorgen voor wat klimwerk, maar ook voor groot vermaak bij mijn dochter. Achter de heuvels verschijnt al snel de camping weer in het zicht.
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met LimburgMarketing #limburgsePeel.