Startpunt: T-splitsing fietspad Schouwenburgweg met de Nijverdalsebergweg
Wat is het lang geleden dat ik op de Sallandse Heuvelrug ben geweest. Wandelen in dit Nationale Park stond dan ook al een hele tijd op mijn lijstje. Al voor de corona-tijd had ik bedacht dat het deze zomer maar eens van moest komen.
Er lopen best veel lange afstandsroutes over de Sallandse Heuvelrug. Ze kruisen elkaar ook, dus het idee was om deze aan elkaar te koppelen tot een rondgang. Deze uitwerking op de computer leverde een route op van 34 kilometer. Dat is wat te ver. Samen met mijn dochter, die meewandelt en ook graag wat inspraak in de route had, maakten we er 2 routes van. Een oostelijke en een westelijke route. Beide met een aantal kilometers die wat beter behapbaar zijn.
Als allereerste doen we de westelijke route. Vanaf Holten rijden we de berg op. En nog heel lang rijden we door bos en heide voordat we de splitsing met het fietspad bereikt hebben. Hier kunnen net 4 auto’s staan. We zijn vroeg, dus er is plek genoeg. Het heerlijke van vroeg zijn is dat je niet alleen de hele dag de tijd hebt en dus rustig aan kunt doen. Er is ook niemand voor je geweest, dus meer kans om leuke dingen te zien. We lopen meteen door een bos met grote lanen. Er klinkt een hard geroffel. Zwarte specht…, hij moet ergens in de buurt zijn, want ondanks dat een zwarte specht veel harder roffelt dan een grote bonte klinkt het zo hard. Het kan niet ver weg zijn. Ja, daar links zitten twee zwarte spechten op een boom. Ik kan nog net een foto maken voor ze er voor zorgen dat wij ze net niet meer kunnen zien.
In het bos is hier volop lekkers voor de dieren te vinden. Overal hangen bessen. Landgoed De Noetselenberg voelt apart aan. We lopen wel over een stukje Pieterpad, maar verder zijn hier geen gemarkeerde wandelroutes. We voelen ons hier echt te gast en kijken goed om ons heen of we wild zien. Maar helaas, het blijft bij mooie bomen en bossen. We stappen over op het Marskramerpad dat ons naar de voet van de Holterberg brengt. Vanaf het uitzichtpunt hebben we een mooi uitzicht over de heide. Via paadjes lopen we over de heide en ineens valt onze blik op een hagedis. Hij leeft helaas niet meer. We dalen door de heide af naar de weg. We zijn voor de bloeiende heide eigenlijn net iets te vroeg. Sommige heidestruikjes beginnen als wel, maar de meesten moeten nog paars worden. Maar dat mag de pret niet drukken, het landschap is hier prachtig.
Aan de overkant van de weg verlaten we Staatsbosbeheer-terrein en lopen we de Sprengenberg op die in beheer is bij Natuurmonumenten. Overal in de heide staan hier jeneverbesstruiken. De jeneverbes best wel een zeldzame naaldboom en groeit tergend langzaam. Ook verjongt de struik zich moeilijk, waardoor het voor natuurbeheerder een moeilijke plant is om te behouden. Het uitzicht over de heide is ook hier weer fenomenaal. We kunnen erg ver in de omgeving kijken en in de verte zien we zelfs de stuwwal van de Veluwe.
Hier is wandelen is wel uitkijken geblazen. Inmiddels is het wat warmer geworden en dat hebben de hagedissen ook gevoeld. Massaal liggen ze te zonnen op het pad. We moeten zelfs uitkijken dat we ze niet raken. We zijn dan ook al snel de tel kwijt hoeveel we er zien. En dan… ineens van rechts rent er iets groots door de heide. Een ree, duidelijk ergens verstoord rent dwars over het heideveld op zoek naar een beschut plekje. Fantastisch om dat ze op klaarlichte dag te zien, maar ook dubbel omdat je weet dat hij (reebok) verstoord is.
Dit mulle warme zand is ook het thuis van de blauwvleugelsprinkhaan. Telkens vliegen ze op net voordat je ze raakt. Wie goed kijkt ziet dat ze tijdens het wegspringen hun vleugels open slaan en dan verschijnen de blauwe vleugels. Ik ben niet snel genoeg om dat op de foto vast te leggen. Een hagedis op de foto vastleggen is in dit geval veel gemakkelijker. Al is normaal gesproken toch ook niet echt een soort die blijft zitten.
Terug richting het eindpunt vinden we nog een penseelkever op een braam. Een zeldzame soort is het niet, maar ik zie ze niet zo vaak. Als cadeautje komen we nog de schaapskudde tegen. Het loopt tegen het einde van de dag, dus ze staan al in hun nachtomheining. Leuk is dat er ook een paar geiten bij lopen. Die grazen toch weer anders. Die eten meer houtige gewassen dan schapen, waardoor je kleine boompjes op de heide gemakkelijker terugdringt. Hiermee zijn we weer bij het startpunt aangekomen na een prachtige, heuvelachtige tocht over de heide. Af en toe wel wat zwaar dankzij het mulle zand op de paden, maar ja dat is evident aan een heidewandeling.