Startpunt: Parkeerplaats Brunssummerheide, Schaapskooiweg, Heerlen
De hectiek van Parkstad ben je direct vergeten wanneer je het uitgestrekte natuurgebied binnenwandelt. Vanuit de bosrand wordt je geconfronteerd met een indrukkend heidelandschap, gedrapeerd over forse, steile hellingen. Wie hier voor de eerste keer komt, waant zich op de Veluwe.
De Brunssummerheide heeft ieder jaargetijden iets te bieden en ik kom er dan ook vaker. Dit keer was het winter. Gegil en gelach klimt boven de heuvels van de Brussummerheide uit. Een dik pak sneeuw zorgt voor ongekend sleeplezier op de steile hellingen. Vanuit het restaurant verleidt de geur van een warme kop snert de winterliefhebbers tot een aangename pauze.
Heide gedijt goed op het allerschraalste zand. Vrijwel overal in Nederland komt heide voor op zand dat daar is neergelegd in de Laatste IJstijd (11.500-116.000 jaar geleden). Het zand van de Brunssummerheide is echter veel ouder en stamt uit het zogenaamde Mioceen. In deze periode, grofweg 5 tot 23 miljoen jaar geleden, lag het gebied aan de kust. De oude strandwallen vormen vandaag de basis voor het gebied, een voor Nederland unieke situatie.
Het zand is uitermate zuiver en bevat nauwelijks vervuilingen. Van dit zogenaamde zilverzand kan kwalitatief hoogwaardig glas gemaakt worden. Het zilverzand werd en wordt dan ook veelvuldig rond de Brunssummerheide gewonnen. De huidige parkeerplaats aan de Schaapskooiweg ligt in een voormalige groeve. Aan de zuidkant van de Brunssummerheide ligt de grote, nog altijd in gebruik zijnde groeve van Sigrano.
De periode voor het Mioceen wordt Oligoceen genoemd en strekt zich uit van 23 tot 34 miljoen jaar geleden. Het klimaat was toen enigszins vergelijkbaar met dat van tegenwoordig. In laag gelegen terreindelen met een beperkte waterafvoer ontwikkelde zich venen. Deze venen verdwenen later onder het zand van het Mioceen. Onder de druk van het zand, transformeerde de veenbodem naar bruinkool. De ondiepe ligging en de hoge prijs voor steenkool maakten het winnen van deze brandstof in de twintigste eeuw aantrekkelijk. De Koffiepoel is een oude bruinkoolwinning, waarbij de naam duidt op het bruine water.
Behalve de Koffiepoel was er ooit ook nog de ‘Grote Put’. Deze voormalige bruinkoolgroeve is door een reeks aardverschuivingen in 1955 en 1958 volledig overspoeld en bedekt met zand. Tegenwoordig herbergt ‘Aardverschuiving’ een aantrekkelijk, woest moerasbos. Elzen en wilgen domineren, de bodem wordt bedekt met onder andere riet, zeggen, koninginnekruid en talrijke mossen.
De Rode Beek ontspringt op de Brunssummerheide en mondt na 25 kilometer uit in de Geleenbeek. Op verschillende plekken borrelt het water op uit de bodem. Soms lijkt het alsof het water bedekt is met olie. In werkelijkheid gaat het hier om een dunne laag ijzerbacteriën. In juli kleurt het brongebied van de beek zeer spectaculair geel van de massaal bloeiende beenbreek. Deze tot 30 centimeter hoge plant is afhankelijk van de aanvoer van schoon grondwater. De bodem wordt bedekt door veenmossen, waar op hun beurt bijzondere soorten, zoals zonnedauw en kleine veenbes op groeien.
Het brongebied herbergt niet alleen prachtige natuur, maar is op een zomerse dag onweerstaanbaar voor spelende kinderen. Het ondiepe water en de aantrekkelijke zandvlakte vormen een veilige speelomgeving voor urenlang ravotten. Ondanks dat deze plek er zeer natuurlijk uitziet, is het zand hier niet van nature aanwezig. Het moerassige brongebied was ooit veel groter. Bij het winnen van de bruinkool kon men niets met het zand dat hier bovenop lag. Het werd met een treintje naar de laagste delen van de Brunssummerheide gebracht en daar gedumpt.