Startpunt: Parkeerterreintje Nijswiller kruising Schulsbergweg / Kerkstraat
Waar gaan we wandelen was de vraag. Niet te ver weg, niet naar een druk gebied en niet iets wat we al 100x gezien hebben. Tja, dat zijn al lastige eisen aan een wandeling. We hadden wel zin in heuvels, dus ik dook de wandelgidsen in en kwam uit bij een wat ouder boekje: Natuurtochten in Nederland, editie Limburg. We kozen voor de route tussen Nijswiller en Trintelen. Een hoek waar wij niet vaak komen en dus een wat onbekender stukje Zuid-Limburg, maar zeker niet minder mooi!
Het leuke van deze wandelgids is dat je onderweg gewezen wordt op de flora en fauna die langs de route te zien is. Nu is de gids 23 jaar oud, dus we gaan eens kijken wat er nog van die uitbundige flora over is. In die jaren kan immers veel veranderen, zowel positief als negatief natuurlijk. Allereerst de routebeschrijving klopte nog exact. Dat is na al die jaren ook nog maar de vraag. Nu zal ik in Zuid-Limburg niet snel verdwalen, maar toch een mooie meevaller.
Meteen als we Nijswiller uitlopen vertelt het boekje dat we de Selzerbeek kruisen en dat we daarbij kans hebben op grote gele kwikstaart en kleine kaardenbol. Beide zien we niet. Al kan de vogel uiteraard gevlogen zijn, want het biotoop is er wel naar. We lopen de veldweg omhoog en het boekje vertelt dat de weg net geasfalteerd is. Dat hebben ze dan net nog eens dunnetjes overgedaan, want er ligt een mooi nieuw strak laagje asfalt in. Wel jammer dat de zandwegen langzaam uit het landschap verdwijnen en plaats maken voor asfalt.
Het boekje spreekt verder over een berm van blaassilene, grote centaurie en boshavikskruid. Wij komen niet verder dan brandnetel en raaigras. Natuurlijk zitten we nu niet meer in het ideale seizoen en wellicht is er in de tussentijd een keertje gemaaid. Het geeft echter wel te denken. We genieten evengoed van het weidse uitzicht over het heuvelland. Overal om ons heen weides met Limousinrunderen. Het is een rustgevend beeld.
Plots wordt die rust verstoord. Kauwen schreeuwen en al snel zien we dat ze proberen drie roofvogels weg te jagen. Ze hebben het er druk mee, want de roofvogels laten zich niet zomaar wegsturen. Het blijken rode wouwen te zijn. De rode wouw is een zeldzame roofvogel die veelal zuidelijker voorkomt. Soms steekt er weleens een de grens over en ze rukken dan ook langzaam vanuit het zuiden op. Heel gaaf om er ineens drie tegelijk te zien. Ze laten zich goed horen, ze schreeuwen tegen de kauwen, maar uiteindelijk kiezen ze eieren voor hun geld.
We lopen hoger op de heuvel en de zon gaat steeds harder schijnen. Hier op het zandpad in de beschutting van de hagen is het nog warm te noemen. Je kunt merken dat hier een natuurbeheerder de natuur beheert, want ineens neemt de rijkdom aan planten toe. Soorten als grote tijm, knoopkruid en wilde marjolein zien we staan. Veel is natuurlijk al uitgebloeid, maar hier is nog wel iets terug te vinden van alle bloemen die hier staan. De hagen en struiken zit vol met vogels die zich tegoed doen aan de bessen van onder andere de meidoorn en wilde rozen.
Dat de herfst er aankomt is goed te zien aan de eerste gekleurde bladeren. Typisch voor Zuid-Limburg is ook de wijngaardslak. Maar slakken houden van vocht en het is droog geweest de afgelopen maanden. Nu blijft het vocht in de lössgrond van het zuiden wel langer behouden, maar toch vinden we vooral veel lege slakkenhuizen. Een wijngaardslak had een verdieping in een stukje kapot schors gevonden als rustplek.
Als je door Zuid-Limburg wandelt kunt je er bijna niet omheen, de holle weg. Een uitgesleten pad met aan beide kante hoge wallen waar je niet overheen kunt kijken. Het is er donker en vaak groeien er mooie planten. De bloemen tref je er met name in het voorjaar aan. Sommige zijn zo weelderig begroeid dat je het gevoel hebt in de jungle te lopen. Op een rotte boom groeit een zwavelzwam en daarop zonnen een vlieg en een zweefvlieg.
Als we bovenaan de holle weg zijn, worden we wederom beloond met een prachtig uitzicht, met op de voorgrond de kerk van Eys. Al golvend door het landschap lopen we over het plateau naar Trintelen. Een klein gehuchtje met leuke oude vakwerkboerderijtjes. Dat we hier hoog zitten, zien we natuurlijk aan de vele uitzichten. Vroeger dacht men dat dit het hoogste punt van Nederland was. Op dat punt verrees een molen. Vandaag de dag weten we beter, maar de molen staat er nog en als je rondkijkt snap je wel waarom met dat vroeger dacht. We stoppen in Trintelen even voor een lekker plankje waar we, met weids uitzicht over de velden, van genieten.
Terwijl we verder wandelen maakt de zon steeds meer plaats voor bewolking. Soms komen er dreigende luchten aan, maar de zon is de druppels toch te snel af. Een spel van licht en donker gaat over het landschap. Het pad gaat weer naar beneden en door een klein bosje waar een dassenfamilie hun woning heeft. Aan de verse hopen zand is te zien dat het een actieve burcht is. Door een aantal klaphekjes komen we beneden aan bij de Eyserbeek, maar ook hier geen grote gele kwikstaart.
Al wandelend over de velden lopen we net voor Baneheide door een berkenbosje. Het boekje leert ons dat deze bomen toen net waren aangeplant. Er hangt een apart sfeertje in dit kleine, lichte bosje. Al die witte stammen zo recht omhoog naar de hemel wijzend.
Dan tikken we Baneheide net aan en daarna duiken we een smal paadje in. Hier staan knoeperts van bomen, veelal eiken en wilgen. De tonderzwam, waar het boekje overspreekt, is na 23 jaar natuurlijk met de boom waarop hij zat allang vertrokken. Maar het mag de pret niet drukken, want het is een prachtig paadje. Overal varens en dovenetels. Net voor het einde maakt een ravijntje het even spannend, een aantal balken moet voorkomen dat je naar beneden kukelt, je waant je even ergens in het verre buitenland.
Maar niet voor lang. Want zodra we het bos verlaten zien we meteen een grote loods van de boer van die Limousinrunderen. Wel ingepakt in hout, maar toch niet heel fraai in dit landschap. We lopen er snel langs en verderop in een haag is het een hels kabaal. Een troep mussen vindt het boerenerf en de hagen een goed thuis.
We zijn weer terug in Nijswiller. Het was een prachtige wandeling met niet veel andere wandelaars. Elders in Zuid-Limburg was het vandaag vast een stuk drukker. Wij hebben genoten van dit prachtige landschap hier.