Startpunt: Noetselerbergweg, Nijverdal
Vandaag vertrekken we voor onze wandeling vanaf de B&B. Deze ligt aan de rand van Nijverdal, dus een ideale uitvalsbasis. Ons doel is om in twee dagen veel van de Sallandse Heuvelrug te zien. Een dag hebben we al gewandeld, dus tijd voor een ander deel van dit nationale park.
In het begin lopen we door een vrij kleinschalig landschap met leuke bloembermen en lanen op houtwallen. Maar al snel zien we in de verte de heide verschijnen. We zijn vroeg, want we hadden natuurlijk geen reistijd. Daardoor zijn er nog geen andere mensen te bekennen. Er hangt een fijne stilte. Op de heide tikken we een paar meter de route van twee dagen geleden aan, maar dan slaan we af. We lopen hier hoog, want we hebben een behoorlijk uitzicht over de heide en het achterliggende gebied richting de Regge.
We zijn de eerste in dit gebied, dus bestaat de mogelijkheid nog wild te zien, al blijft die kans natuurlijk niet enorm groot. We kijken goed om ons heen en ineens valt in de verte een ree op. Hij staat wat verdekt achter wat bomen en is redelijk ver weg. Hij of zij ziet in de twee wandelaars duidelijk geen bedreiging. Nog een paar stappen verder zien we dichterbij nog een ree staan. In de rand van het pad zit een verhoging en wij duiken naar de grond en verstoppen ons achter de heidepollen. Het ree gaat onverschrokken door met eten. Er komt een hardloper langs, maar gelukkig verstoort dat het dier niet; ook de hondenuitlater zorgt er niet voor dat het ree verdwijnt. De dieren zijn hier kennelijk mensen gewend. Het is een mooie beleving. Het ree loopt achter een boom en gaat liggen. Onzichtbaar voor de bezoekers vanaf het pad. Iedereen die nu nog langs loopt weet niet dat daar een ree ligt. Wie weet hoeveel reeën je al niet voorbij bent gelopen zonder dat je het weet. Je weet dat ze er moeten zijn, maar ze liggen verstopt achter een struik of in een laagte.
We staan op en lopen verder over de heide. Aan de rand treffen we een stukje aan met jeneverbessen. Ik vind jeneverbessen op de heide altijd een mooi gezicht, maar het is zo moeilijk als natuurbeheerder deze in stand te houden. Ze groeien heel langzaam en verjongen zich bijna niet. Op het pad langs de bosrand is het een gezang van jewelste. Een grote bonte specht roffelt flink op de bomen en de meesjes zingen uit volle borst.
Via een laan lopen we het bos uit en komen op een stuk met weilanden. Geregeld wisselen boerderijtjes en buitenhuizen zich af met bosjes. Het is een aantrekkelijk landschap. We lopen over de Zunasche Heide, een natuurontwikkelingsgebied waarbij de verbinding tussen de hoger gelegen Sallandse Heuvelrug en het Reggedal weer tot stand wordt gebracht. Machines zijn druk bezig met het verwijderen van de voedselrijke toplaag. Doen ze dit niet, dan krijg je alleen ‘algemenere ruigtekruiden’. Over een jaar of vijf zal het er hier een stuk aantrekkelijker uit zien. Sommige hoekjes bestaan al langer. Zo lopen we bijvoorbeeld langs een moerasbosje dat er prachtig uit ziet.
Nadat we de provinciale weg zijn overgestoken gaan we het kleinschalige landschap van Zuna in. Langs singeltjes en bosjes lopen we naar een oude Schoppe. Een boerderij zoals deze hier vanuit de historie hoort te staan. Deze is opgeknapt en je mag hem van binnen bekijken. Al slingerend over erven en boomwallen lopen we naar het dal van de Regge. Ze hebben dit riviertje weer laten meanderen (slingeren). In de rechte, oude bedding zijn kleinere plassen ontstaan waar vogels rusten.
Helaas moeten we hier wel over het fietspad heen lopen, maar het is er gelukkig niet druk. Het is heerlijk om langs het water te lopen: reigers, zwanen en eenden vliegen over het water.
Net voor Nijverdal steken we de Regge over en lopen langs moerasgebieden die mogen overstromen als de Regge veel water voert. Bosjes en weidjes wisselen elkaar af. We lopen zigzaggend door de straten om weer bij onze B&B aan te komen. We zijn lekker vroeg thuis, tijd voor ontspanning.