Startpunt: Parkeerplaats bij uitkijktoren op de Flediteweg in Zeewolde
Er zijn van die gebieden die al heel lang op mijn “daar-moet-ik-nog-eens-heen-lijstje” staan. De Stille Kern midden in het Horsterwold is zo’n gebied. Waarom wil ik daar heen? Het is een gebied waar je niet op de paden hoeft te blijven. Daarnaast vormen grote grazers als konikpaarden het gebied, de natuur mag dus haar gang gaan. Dit soort wildernisnatuur heeft een aantrekkingskracht op mij. Verder doet de PR van eigenaar Staatsbosbeheer ook wel haar werk, want in verschillende uitgaves heb ik over de Stille Kern gelezen. Dus daar moet ik heen!
Nadat we zijn uitgestapt lopen we als eerste tegen de uitkijktoren aan. Deze is net nieuw en torens hebben een bepaalde aantrekkingskracht om toch even boven te gaan kijken. Het uitzicht valt wat tegen en we staan snel weer beneden. Omdat je je hier niet aan de paden hoeft te houden lopen we vanaf de toren direct naar het water en volgen de waterrand verder het gebied in.
Als we bij de volgende waterplas aankomen, zien we aan de overkant een grote kudde konikpaarden staan. Ze staan hutje-mutje op elkaar, de veulens liggen wat, een paar paarden knabbelen. We blijven een tijdje staan kijken om de groep te observeren. De leidhinde is er duidelijk uit te halen. Ook zijn ze elkaar aan het poetsen, dat is het bijten op elkaars schoft. De bloeiende sleedoorns op de achtergrond vormen zo aan het begin van de lente prachtige bloemen.
Tussen de konikpaarden en ons ligt niet alleen een plas water, maar ook een mooi moeras. Omgeven met rietkragen steken in het moeras groene sprietjes van nieuwe planten omhoog. Een reiger staat op de uitkijk of hij een visje of iets anders lekkers voorbij ziet komen.
Als we door het bos lopen zien we duidelijk de sporen die de paarden in het bos achterlaten. Iedere boom is tot een bepaalde hoogte geschuurd. Nu zijn alle bossen in Flevoland relatief nieuw, dus de bomen zijn nog niet al te dik. Als een groep paarden langdurig te keer gaat in zo’n bos, dan kunnen de bomen daar niet tegen en storten ze in. Het resultaat is een echte wildernis. Mooi om te zien hoe de natuur in pakweg vijftig jaar toch al weet te bereiken. De natuur in de Flevopolder wordt steeds volwassener. Wist je trouwens dat het Horsterwold het grootste loofbos van Nederland is op kleigrond.
Kleine boompjes en struikjes krijgen niet zo veel kans, tenzij ze omgeven worden door doornachtige struiken. Onderweg zien we een struikje waar geregeld aan wordt geknabbeld door een paard of een ree. In de top van het boompje zit een soldaatje op de uitkijk. Er zijn meer insecten actief. Zo aan het begin van de lente begint de zon aan kracht te winnen. Een landkaartje laat zich zien.
We zijn alweer aan het einde van de wandeling gekomen. Het is al een mooi bos, maar je ziet nog goed dat het een jong bos is. Maar geef de natuur de tijd en hier staat over een 100 jaar een prachtig ‘oerbos’ van formaat.