Startpunt: Het centrum van ’s-Heerenberg, Molenpoortstraat
Ik zocht een prachtig bos om in te wandelen. Een plek waar je heerlijk een paar dagen in eigen land kunt genieten. En ik vond het! Ik trok naar het Bergherbos tussen ’s-Heerenberg, Zeddam en Beek in. Een eindeloos groot bos met een lange historie, maar ook gelegen op een stuwwal. Lekker met een hotelovernachting erbij, dat zorgeloze gevoel zorgt voor een echte wandelvakantie. Ik heb er zin in!
Nadat ik vriendin Kim thuis heb opgehaald zetten we koers naar ’s-Heerenberg. We hebben de Trage Tocht vanaf die plaats uitgezocht, uit de wandelgids “Wandelen over ongebaande paden in de Achterhoek”. Nadat we bij de Duitse bakkerij in het centrum een heerlijke versnapering op de kop hebben getikt lopen we de omwalling van Kasteel Huis Bergh op en direct hebben we mooi zich op dit oude kasteel. Een bezoek aan het kasteel doen we op een later tijdstip, want met 17 kilometer voor de boeg is het verstandiger nu even door te lopen en van het mooie weer te genieten.
Dwalend door het parkbos De Plantage genieten we van de laatste plukjes bosanemonen en de bloeiende aronskelken. Na een kleine omzwerving door het buitengebied van ’s-Heerenberg, waarbij we langs de locatie komen waar ooit Burgers Dierenpark begonnen is, voelen we dat we langzaam stijgen. De bosrand van het Bergherbos komt steeds dichterbij. Dan slaan we rechtsaf en kijken we tegen een flinke helling omhoog die bedwongen moet worden; de Hulzenberg. Op een hoogte van 84 meter is deze heuvel met recht een bergtop te noemen op deze stuwwal. Het zand dat ooit werd voortgestuwd door het ijs kwam hier tot stilstand en heeft hier tussen de Achterhoek, het Rijndal en de Veluwe een flinke “bergketen” neergelegd. Een wandeling in het Bergherbos is dan ook beslist niet vlak en voelt aan als Zuid-Limburg.
Eenmaal op de top blijkt dat we er nog niet zijn. Met 104 treden mogen we een tweede beklimming aan gaan van de 26,5 meter hoge uitkijktoren. Deze toren is overigens niet te missen, want vanuit alle hoeken in het omringende land valt deze imposante toren op, waarvan de vorm is afgeleid van een middeleeuwse houten verdedigingstoren. Bovenop hebben we een machtig uitzicht over de hele omgeving, van Nijmegen, naar Kleef, Duiven en Doesburg.
Na een kleine pauze wandelen we verder door een open bos-heide stuk. We lopen op de Hoge Heide, die zijn naam eer aan doet, gezien het uitzicht dat we hebben op de kerk van Hoog-Elten. Hier schijnen veel zandhagedissen te zitten, maar op deze toch wel winderige dag zien wij ze niet. De boompieper laat wel weten present te zijn, evenals een lijster die druk bezig is zijn maaltje bij elkaar te scharrelen.
Dat deze route vol afwisseling zit blijkt als we verderop de Sprung passeren. Water is hier op de stuwwal geen vanzelfsprekendheid. Deze Sprung, ook wel spreng genoemd, is dan ook gegraven. Waarvoor deze spreng gediend heeft is niet duidelijk, lieflijk is het stroompje wel. Langs de oever staat dalkruid en bij de bron zien we paarbladig goudveil staan, een bijzondere plant.
Op diverse plekken staan er in het bos mooie kunstwerken van cortenstaal die iets uitbeelden over de historie van het gebied. Bij een stukje bos met kronkelige eiken wordt duidelijk dat hier in de 19e eeuw veel eiken werden gehakt voor de looizuurwinning. De eik liep weer uit en zo ontstonden er bomen met meerdere vertakkingen, maar ook kronkelige stammen. Het looizuur was een belangrijke grondstof voor de leerlooierij. Eekschillers klopte de schors van de stammen af en deze schors werd bij een molen tot run gemalen. Die run werd tussen de huiden ingelegd om het leer te looien. Dat eek een verbastering is van eik had je nu misschien wel door. Hoe denk je dat de eekhoorn aan zijn naam komt?
Even verderop vertelt een cortenstalen handgranaat dat hier op de grens met Duitsland loopgraven te zien zijn. We hebben er in het bos al wel een paar gezien, maar hier aan de rand van het bos is een stuk van 50 meter hersteld in de oorspronkelijke staat. Als je er doorheen loopt stap je in de beleving van de soldaten van ruim 100 jaar geleden, want deze loopgraven zijn van de Eerste Wereldoorlog. Het gebied waar wij wandelen was toen Duits grondgebied. De Duiters waren bang voor een aanval via Nederlands grondgebied en hebben hier een kilometerslange verdedigingslinie aangelegd met loopgraven en bunkers. Een voordeel wel, doordat je hier verdiept loopt voel je de wind niet en in de zon is het hier erg aangenaam. We gebruiken deze plek dan ook als de volgende pauze plek.
Dat de grens met Duitsland niet ver weg is zien we aan de grenspalen die langs het pad staan waarover we onze weg vervolgen. De akkers aan de linkerzijde zijn Duits. Zigzaggend door het bos komen we bij een fraai uitzichtpunt naar Beek, daar ligt straks ons hotel. Maar wij moeten eerst nog terug naar ’s-Heerenberg. Dwalend door met bossen mosberijpte ondergroei, af en toe een akkertje, dan weer een groene corridor door het bos voor de hagedissen en slangen vervolgen we onze route.
Dan komen we uit bij een enorme motte, Motte Montferland. Een motte is een voorloper van een middeleeuws kasteel. Een versterking op een heuvel vanaf waar men een goed uitzicht had over de omgeving. Nu staat er een restaurant op de heuvel. Deze motte is de naamgever van de gemeente waarin we wandelen. De motte is 67 meter hoog. Wij beklimmen de berg niet, omdat donkere wolken zich samen pakken. We slaan de lange laan in die de Motte verbindt met ’s-Heerenberg. In de tijd dat het gehele Bergherbos in bezit was van de op het kasteel wonende familie (18e / 19e eeuw) werd het bos gebruikt als hun jachtgebied. Ze hebben in die tijd ook veel lanen aangelegd, speciaal voor de jacht. Na vele eeuwen worden laan bomen vaak slecht en hier is de keuze gemaakt om alles weg te halen en nieuwe bomen te planten, zodat over tientallen jaren er weer mooie statige lanen te zien zijn om van te genieten.
Als we weer in ’s-Heerenberg zijn, rijden we naar het kleine plaatsje Beek waar Hotel Zonneheuvel in het groen verscholen, op ons ligt te wachten. Na een hartelijk ontvangst, krijgen we nog een paar mooie tips voor het avondeten, zoals de Sprokkelaar en ’t Peeske. Nadat we ons geïnstalleerd hebben in de grote kamer kiezen we voor de eerste tip. Daarna gaan we heerlijk met de voetjes, omhoog. Het Bergherbos is een prachtig bos, maar na 17 kilometer heuvel op en af is het heerlijk om heerlijk te ontspannen.
Dit wil ik ook!
Denk je nu: “zulke toffe dagen wil ik ook”? Deze midweek is mogelijk gemaakt door Hotel Zonneheuvel. Dit is een kleinschalig familiehotel gelegen aan de rand van het Bergherbos in Beek, dé ideale uitvalsbasis om de natuur en cultuur in de gemeente Montferland te ontdekken. Ook heerlijk een paar dagen er tussenuit? Ik mag jullie korting geven op een boeking. Als je rechtstreeks bij het hotel boekt met de code: ZHWBE, krijg je 5% korting op je boeking en geniet je, net als wij, van een heerlijk bed en een lekker ontbijt in een prachtige omgeving.