Startpunt: Kan langs elk willekeuring punt langs de route. Het officiële startpunt is Station Almelo.
Een lange meerdaagse wandeling die je ook kunt afronden leek me erg leuk om een keer te doen. Het liefst natuurlijk dan in een streek die je graag eens te voet nader wilt bekijken. We kozen er voor om een vaste verblijfplaats te hebben. Mijn man zou me iedere dag naar het beginpunt van de route brengen en mij aan het einde van de dag weer ophalen. Mijn startpunt van de gehele rondwandeling was in Beuningen, net onder Denekamp. Destijds heb ik voor mijzelf een verslag / boekje gemaakt van mijn wandeling. Die tekst heb ik al basis gebruikt voor de tekst op mijn website.
Dag 1 (27,9 km)
De tocht gaat beginnen. Volgens de weervoorspellingen zou het de hele dag regenen, maar toen ik vanmorgen op stond hadden ze het weer eens bij het verkeerde eind. Om 9 uur heb ik de wandelschoenen aangetrokken en ben ik mijn tocht vanaf het slaapadres begonnen. Na slechts 500 zit ik al op het Twentepad. Bij meteen eerste weiland kan ik mijn geluk al niet op. Op slechts 10 meter afstand staat een ree mij aan te kijken. Helaas komen er twee joggende kwebbelende dames aan, dus het ree maakt zich snel uit de voeten.
Het eerste stukje gaat door een vrij weids landschap. Hier en daar een prachtige boerderij, bosjes, lanen met oude bomen of een landschapselement. De weg gaat omhoog. Omhoog? Het lijkt wel Limburg. Als eerste kom ik bij landgoed Hakenberg van Natuurmonumenten. De eerste kennismaking is een aangename. Een rustpunt! Dat is in dit geval een kleine pipowagen waar je een kopje koffie, thee en ranja met een gevulde koek kunt krijgen. Zelfbediening en in goed vertrouwen. Een prachtig concept. Tegenover het rustpunt vind ik glooiend landschap waar nog met het puntje van een boerderij uitsteekt bij een bankje met een hartje erin. Zeker, dit landschap verdient liefde.
Bij Oldenzaal kom ik in het Kalheupinkpark in Engelse landschapsstijl. De statige bomen in het grasland vormen samen met de kunstwerken een mooi decor. Hier kom ik twee andere Twentepadlopers tegen. Als ik het park uit loop vertelt een grote richtingaanwijzer mij dat hier meerdere LAW’s deze kruising passeren, zoals het Marskramerpad, het Overijssels havezatenpad, het Noarberpad en het Hilligerspad. Na een korte wandeling door een statige wijk kom ik bij een mooi monumentje. Op de weg is in de verharding rails nagemaakt en staat er een treinstopper. Het infobordje leert mij dat hier eens de tijd van textielindustrie een tram liep van Oldenzaal naar Denekamp. Na een rondje door historisch Oldenzaal lopen we het stadje weer uit en komen we in recreatiedomein Het Hulsbeek. De ondertitel is ‘leef de natuur’, maar het eerste wat ik zie is een kartbaan. Daar gaat mijn natuurhart niet echt sneller van kloppen. Als de route het bos in loopt zie ik iets leukers. Een speelbos bij de Gammelkerbeek. Langs een traject van de beek staan er allemaal speelaanleidingen die iets met het water doen. Als je als kind hier droog weggaat heb je denk ik niet écht gespeeld.
Na een tijdje het fietspad te hebben gevolgd wil de markering ineens dat ik het hoge gras in loop. Klopt dit wel? Dan krijg ik een bordje met betreding op eigen risico te zien, wel met een sticker van het Twentepad. Hmm, we zullen maar doorlopen. We nemen een schuinliggend half versleten bruggetje over de Gammelkerbeek en belanden letterlijk in een grasjungle. Bramen en brandnetels staan wel 2,5 meter hoog en hangen over het pad samen met pitrus en allerlei grassen. Is dit een pad? Iets over het hoofd gezien? Nee, dit moet het toch écht zijn. Ik loop een stukje door. Het gaat wel. Na 50 stappen is mijn broek doorweekt. Gelukkig is het een sneldrogende broek. Door de planten wordt het steeds moeilijker het pad te vinden. Soms komen we aan de oever van de beek. Het is prachtig om te zien hoe hij door het landschap slingert. Het is hier een prachtig stukje struinnatuur, maar ik denk dat voor vele wandelaars dit paadje (welk pad?) geen pretje is.
Eenmaal bevrijdt van alle bramen en brandnetels die zich aan je vastklampen loop ik over een aantal veldwegen met kleinschalig uitzicht en een broekbosje genaamd het Gammelke van Staatsbosbeheer naar Saesveld. Na dit dorp lopen we via een konijnenrijke veldweg naar het Molenven van Landschap Overijssel. Een waterhoentje schreeuwt het uit als ik langskom. Hij verstopt zich in de gagel. Ik merk nog een slaap- en krapplek van een reebok op en loop de slagboom het gebied uit. Het was een mooie eerste dag van deze tocht.
Dag 2 (29,1 km)
Toen ik uit mijn bed stapte voelde ik mijn kuiten al. Na het ontbijt werd ik weer teruggebracht naar het eindpunt van gisteren. Het miezert een beetje, maar volgens buienradar zou dat snel over moeten zijn. Ik begin vol goede moed aan mijn tocht. Een beetje stram, maar het gaat goed.
Ik beland als snel op een oud kerkpad, dat mij naar Hertme brengt. Via een paadje achteraf kom ik via een broekbosje bij het eerste beek, de Deurningerbeek. Na landgoed Weleveld komen we uit bij een reconstructie van een oude landweer bij een klein vennetje. Wederom gaat de route langs een beek, deze keer de Oude Bornse beek. Ik kom bij een bruggetje en het knooppuntenpaaltje waar de markering voor het Twentepad op staat geeft mij een dubbel gevoel. Er staan twee markeringen op. De ene zegt rechtdoor en de andere linksaf. Ik kijk om met heen en zie dat vanuit linksaf ook de geelrode markering komt en ik kies dus voor linksaf. Na enkele kilometers merk ik dat de route weer teruggaat naar waar ik vandaan kom. Tja, dat is niet handig. De GPS geeft echter aan dat het routetraject dat ik heb afgelegd wel klopt, dus ik besluit dat te volgen. Vervolgens stuit ik op mooie natuurontwikkeling langs de Bornse Beek. Echter is het verboden toegang, dus mijn GPS-route klopt daar niet. Wat nu? Teruglopen naar waar het fout ging? Dat is een eind terug, dus veel extra kilometers. Ik zag nog wel een markering van een vage geelrode kleur, loopt de route hier dan toch? Toch maar het zandpad vervolgen. Navragen bij aanliggende huizen werkt ook niet: “Twentepad? Nooit van gehoord.”
Aan het einde van de inmiddels landweg stuit ik op de doorgaande N-weg van Borne naar Almelo. Hier zit ik toch écht verkeerd. Ik bestudeer de kaart van de route op de officiële website en vergelijk deze met de GPS-data van dezelfde website. Allebei een totaal ander traject. En ik? Ik ga op geen van beide. Ik zie dat een brug die 3 kilometer verderop ligt wel op beide trajecten ligt, dus die moet goed zijn. Maar het idee om van die 3 kilometer er eerst 1,5 langs deze raasweg te moeten lopen lonkt niet echt. Mijn blik stuit op de bushalte die hier toevallig staat. Een blik op het bord laat zien dat ik toch ook een beetje geluk heb. Over 4 minuten komt de enige bus die hier eens in het uur langs komt. Via mijn GPS kan ik de route van de bus en de volgende haltes achterhalen en vergelijken met de namen op het bord. Als ik drie haltes verder uitstap en dan daar weer het buitengebied in loop kom ik bij die brug.
De bus komt en ik stap in. Ik kijk op het bord dat in de bus hangt en merk als snel dat ze hier nog niet zo gecultiveerd zijn als in Limburg. Geen luidsprekers die de volgende halte benoemen, geen TV die de volgende haltes laat zien. Ik laat de buschauffeur maar even weten bij welke halte ik eruit wil. Maar goed dat ik dat gedaan had, want met het mee tellen kwam ik maar tot 2 haltes, terwijl hij mij er gelukkig wel bij de goede, kennelijk toch de 3e, eruit laat.
De weg die ik moet lopen is geen straf. Direct buiten Almelo is het landschap kleinschalig met mooie boerderijen, typisch Twente. Aangekomen bij desbetreffende brug tref ik inderdaad de markering weer en zie ik dat ik van rechts had moeten komen. Achteraf blijk ik bij het twijfelpaaltje dus rechtdoor hebben moeten lopen. Later thuis heb ik dit voorval aan de padcoördinator doorgegeven.
Na een mooie weg door wederom een kleinschalig landgoed laat de route mij langs het kanaal van Almelo-Nordhorn lopen. Een kanaal dat al sinds de aanleg van het Twentekanaal buiten gebruik is geraakt en een grote natuurcorridor door Twente vormt. Even laten gaat de route verder langs de Markgraven. Deze beek slingert mooi door het Tubbergse landschap. De beek geeft voldoende afleiding in het voor de rest vrij open landschap. Hier vallen de grote aantallen torenvalken op.
Na het verlaten van de beek komen we bij het laatste landgoed van de dag: Schultenwolde. Hierin ligt een ven met daarom heen een combinatie van droge en natte heide met jeneverbessen. De heide bloeit uitbundig. Als ik doorloop kom ik bij Erve Volmerinck, een prachtige boerderij met bijgebouwen incl. oude landbouwwerktuigen. Net een openluchtmuseum, prachtig dat mensen zoiets doen en hun erf open stellen voor wandelaars. Zo naderen we Tubbergen. Het eindpunt van de route. Het waren vermoeiende kilometers, maar ik heb het gehaald. Benieuwd wat de dag van morgen gaat brengen. Oh ja, en die buienradar? Het heeft nagenoeg de hele dag gemiezerd, niet echt top wandelweer. Eenmaal in de auto begon het pas echt hard te regenen. Dan viel die motregen toch nog best mee.
Dag 3 (22,5 km)
De vermoeidheid van de spieren begint toe te slaan. Twijfel alom of ik wel zal beginnen met etappe 3. Na gedropt te zijn in Tubbergen ga ik op weg. Nog wat moeizaam en stram, maar eer ik een kwartier op weg was gaat het best aardig. Naar mate de kilometers vordert wordt de dichtheid aan boerderijen steeds minder. De route pakt de loop van de Mosbeek op. Lopend langs het stromende water en poelen over smalle paadjes ga ik steeds verder weg van de bewoonde wereld. Het lijkt trouwens wel nationale huisvlijtdag. Bij iedere boerderij die ik überhaupt passeer is iemand wel aan het bladblazen, grasmaaien, ramen wassen, schilderen of stofzuigen. Ga me bijna schuldig voelen (maar niet heus). Ik loop over de al uitbundig bloeiende heide en ik kom bij de Cirkels van Jannink. Een experiment van deze boer die naar Amerikaans model het beter vond om zijn akkers rond te maken, zodat het hij rond kon ploegen en niet hoefden te keren. Dat zou efficiënter zijn. Het feit dat dit de enige cirkels van het land zijn, zegt genoeg om te weten dat het experiment kennelijk niet gewerkt heeft. Eenmaal bij de cirkels aangekomen valt als eerste op dat ze wel héél groot zijn.
Lopend langs de grens met Duitsland, die ik herken aan een houtwal, kom ik langs een gereconstrueerde grafheuvel wat ooit een hunebed schijnt te zijn geweest. Ik passeer een grafheuvelveld en een commiezenhut waar in de tweede wereldoorlog grenswachters zich schuilhielden op zoek naar smokkelaars. Het bos is gevarieerd, met hier en daar een heideveldje, oude bomen, de beek en het prachtige uitzicht vanaf de Galgenberg. Na kilometers en kilometers lopen kom ik bij klein klustertje van drie gebouwen. Een daarvan is de Molen van Bels, een oude watermolen langs deze al eerdergenoemde Mosbeek. Het terras straalt échte boerengezelligheid uit en ik besluit er mijn lunch te nuttigen. Dan loop ik door naar een van de andere twee gebouwen. Dit is de Molen van Frans, ook een watermolen langs de Mosbeek maar dit is een onbemand infocentrum van Landschap Overijssel.
Ik beland in het Springendal van Staatsbosbeheer. Na de Paardenslenkte, een groot heideveld, kom ik bij de bronnen. Ooit was dit een landgoed en dat is nog goed te zien aan de aanwezige rododendrons, kunstmatige beekjes, bruggetjes, vijvertjes en watervalletjes. Na het Springendal zie ik weer de eerste huizen en loop ik na een ronduit schitterende wandeling Ootmarsum binnen.
Dag 4 (15,5 km)
Nog maar een klein stukje van de route voor dat ik rond ben. De laatste loodjes. De route gaat eerst door het oude centrumpje van Ootmarsum. Klein en leuk plaatsje, veel oude pandjes met galerieën. Het is een gezellig centrumpje met terrasjes. Ik ga uiteraard niet meteen zitten. Veel landschapselementen sieren de omgeving. De route gaat over een zandpad en overal om mij heen roepende en vliegende buizerds. Wel zes tegelijk. Beetje bedreigend is het wel. De route kiest een paadje langs de Hollandergraven. Hier zitten veel reigers te wachten met hun kop naar beneden op een maaltje. Leuke van dit pad is, dat het dwars door de weilanden loopt. Écht een beleving dat je helemaal alleen op de wereld loopt. De route wijst me uiteindelijk via een bruggetje naar de overkant van de sloot. Nou ja, bruggetje? Twee planken…… Maar ja een keuze heb ik niet en het ziet er stevig genoeg uit. Aan de andere kant van het bruggetje twijfel ik even over de route. De Hollandergraven blijven volgen of het weiland oversteken. Ik kan met mijn camera (en gelukkig heb ik 30x zoom) inzoomen op het hekwerk aan het einde van het weiland en daar zie ik de markering staan, dus ik weet waar ik heen moet. Ik kom uit bij het Kanaal Almelo – Nordhorn. Die kennen we nog van twee dagen geleden. Ook hier volop natuur. Veel eenden, meerkoeten en zelfs een ijsvogel die opvliegt. Hij vliegt de hoek om naar een andere beek, de Voltherbeek. Mijn route doet hetzelfde en de ijsvogel blijft maar voor mij uitvliegen van tak naar tak. Hij verstopt zich steeds tussen de bladeren en als ik te dicht bij kom vliegt hij verder. Op een gegeven moment blijft hij zitten en ik kom steeds dichterbij. Hoe goed ik ook in desbetreffende struik kijk, ik zie niks blauws. Toch knap dat zo’n felgekleurde vogel zo onopvallend kan zijn. Ik laat ‘m met rust. Dan maar geen foto.
Verder lopend langs de beek kom ik uit op Landgoed Singraven. Een prachtig landgoed met oude bomen, een dubbele watermolen, een kasteelpark, een mooi kasteel en een groot bos waar het riviertje De Dinkel rustiek doorheen stroomt. Een geweldig landschap, een idylle. Het is er druk. En er zijn veel fietsers. Het landgoedwinkeltje en de horeca in de molen doen goede zaken. Bij de stuw klettert het water van De Dinkel hard naar beneden. De Dinkel staat hoger dan 3 dagen geleden. Nu heeft het wel geregend maar zo veel zou ook weer niet. Terwijl ik langs de statige hekken van het kasteel loop, is een bruidspaar met hun trouwfoto’s bezig. Vanaf nu volg ik de loop van de Dinkel. De rivier slingert er lustig op los. Ik passeer nog enkele oude boerderijen. Van het eens vast statige Sterrebos is niet vele meer over. Ik herken er weinig van in het bos.
Nadat ik het plaatsje Beuningen heb gehad zoekt de route opnieuw de Dinkel op. Na veel geslinger doemt daar dan toch ineens onze camping op. Alleen wel aan de verkeerde kant van het water. Dat betekent wel dat ik er bijna ben. Het Twentepad zit erop. Het was een prachtige 95 km die ik gelopen heb. Zeker de moeite waard voor iedereen die het ook zou willen lopen. Rust en natuur zijn de kenmerken van dit mooie landschap!
Het Twentepad is een route van Wandelnet. Op hun website kun je nog meer informatie vinden over de verschillende etappes, routewijzigingen en losse GPX downloaden.