Startpunt: parkeerplaats Zevenwegenweg (100 m van T-splitsing Zevenwegenweg / Epenerbaan), Vijlen
In het uiterste zuiden van ons land ligt het Vijlenerbos, een bos dat afwijkt van alle andere bossen in Limburg en ver daarbuiten. Het ligt niet alleen hoog bovenop de heuvels, het herbergt ook bijzondere bewoners, waarvan de wilde kat misschien nog wel het meest tot de verbeelding spreekt.
Het uitzicht vanaf de rand van het Vijlenerbos is indrukwekkend. In het warme ochtendlicht stralen felle herfstkleuren van de bomen. Berken, esdoorns en beuken strijden met elkaar om de blik van de wandelaar. De kerk van Vijlen – het enige bergdorp van het land – hoeft niet mee te doen in deze strijd. Machtig steekt zij boven het omringende landschap uit en is daardoor niet te missen. Vanaf een bankje kun je het ontwaken van de dag in alle rust tot je nemen, inclusief een onophoudelijk gratis vogelconcert op de achtergrond.
Tegenwoordig geniet Zuid-Limburg grote populariteit onder natuurliefhebbers, wandelaars en wielrenners. Ruim een eeuw geleden was dat wel anders. “Zooiets verwacht ge niet in ons landje; het is dan ook de uitersten zelfkant ervan. De koeien, die grazen op de bolle hellingen, zijn van hier gezien, niet meer dan bruine zwarte en witte stippen. Boven deze heuvels rijzen weer hoogere, die met den fijngekratelden blauwigen boschrand tegen den hemel afsteken. Dat alles samen werkt verrassend, en wekt verwondering bij ieder, die hiervoor het eerst komt. Het begint op het Schwarzwald te lijken.” Zo beschrijft Eli Heimans, medeoprichter van Natuurmonumenten, het uitzicht op het Vijlenerbos aan het begin van de twintigste eeuw.
Nu is het Schwarzwald misschien wat hoog gegrepen, het Vijlenerbos vormt wel de uitloper van de Eifel en de Ardennen. Dat blijkt ook wel tijdens de wandeling die nergens vlak is. Steeds weer gaat het op en af, soms ‘va(a)ls-plat’, dan weer kort adembenemend stijl, over ruwe vuursteenkeitjes of glibberige löss. ‘Pratsj’ noemen de Limburgers dergelijke blubber; een betere beschrijving bestaat er niet. Zo goed het reliëf opvalt in de benen, zo onopgemerkt tergend traag beweegt de motor achter dit heuvelland: de aarde zelf. Geef de tijd de ruimte en bergen ontstaan om ook weer te verdwijnen. De Eifel en de Ardennen vormen samen een massief dat sinds dertig miljoen jaar omhoog komt. Blootgesteld aan water, wind en ijs erodeert het massief op zijn beurt weer. De oorspronkelijke bodemlaag van het Vijlenerbos verdween daardoor, vuurstenen en een zure bodem achterlatend. Omdat agrarischer niets kunnen met een dergelijke lastige bodem bleef het Vijlenerbos grotendeels natuur.
Niet alleen het reliëf verraadt de verbondenheid met de Eifel en de Ardennen. Onder een dikke beuk zien we verse wroetsporen van wilde zwijnen, kennelijk op zoek naar een smakelijk tussendoortje. Ze houden zich vandaag helaas goed verborgen in het dichte bos. Officieel mogen wilde zwijnen hier helemaal niet rondlopen, maar zij trekken zich uiteraard niets aan van de altijd nabij gelegen landsgrenzen met België en Duitsland. En zo zijn er nog veel meer dieren en planten die (nagenoeg) alleen hier voorkomen en via het Vijlenerbos ons land binnen wandelen.
Het meest spectaculaire voorbeeld hiervan vormt de wilde kat. Nee, dit is geen verwilderde huiskat, al lijken beide dieren sterk op elkaar. Na een afwezigheid van honderden jaren keerde dit roofdier in 2014 definitief terug in de Nederlandse natuur door voortplanting in het Vijlenerbos. En dankzij allerlei maatregelen gaat het voor de wind met de wilde kat. Tijdens de wandeling verlaten we een aantal keer de gebaande paden om via een klappoortje te struinen door ruige graslanden, beheerd door Schotse hooglanders. De overgangen van het bos naar deze ruige graslanden verlopen zeer geleidelijk via een dicht struweel van onder andere braam, hazelaar en vlier. Juist die overgangen bieden veel dekking en voedsel en zijn daardoor rijk aan insecten en kleine zoogdieren. Hiervan profiteert niet alleen de wilde kat, maar bijvoorbeeld ook de hazelmuis, een andere icoon van het gebied.
We passeren steeds nieuwe panorama’s, de één nog indrukwekkender dan de andere, met zicht op Epen, Vaals en Morisnet, direct herkenbaar aan zijn enorme spoorbrug. Tot 1919 was Morisnet gedurende honderd jaar een zelfstandig landje, omdat Nederland, België en Duitsland het vanwege een kostbare zinkmijn niet eens konden over de exacte grensverdeling. Hoe goed de weidse uitzichten over de rollende heuvels ook bevallen, het Vijlenerbos zelf mag er eveneens zijn. Dan weer passeren we stukjes met fijnspar, de kroon op grote hoogte gedragen door zilveren stammen, om vervolgens een stukje weelderig woud binnen te wandelen. Met oude beuken en eiken, omgevallen bomen en enorme varens lijkt de invloed van de mens ineens ver weg. Het Vijlenerbos beschikt over een aantal oude boskernen, delen waar de mens al vele tientallen jaren geen beheeringrepen meer heeft gedaan. Deze delen zijn een lust voor het oog en een eldorado voor de natuur. Spechten en boomklevers zoeken naarstig naar voedsel onder de loszittende bast van een dode eik. De echte bijzonderheden schitteren meestal in onzichtbaarheid, maar verraden zich nu doordat ze behangen zijn met massa’s vruchten. Dit geldt zeker voor de wilde mispel, met rozenbottelachtige vruchtjes. Ze smaken naar melige appelmoes, maar wel pas zodra ze beginnen te rotten. Omdat het oog ook wat wil, laten we ze maar hangen. Naar de wilde appel is het pas echt goed zoeken. Slechts een handvol exemplaren van onze oerappel resteert nog. Zij hebben eigenlijk licht nodig en kwijnen weg in het oude bos. Kansen liggen er zeker in de bosranden en delen van het bos die wel beheerd worden, zoals de flanken aan de westzijde waar in het voorjaar grote tapijten van bosanemonen en grote muur bloeien.
Langzaam zwelt de wind aan op deze mooie dag. Blaadjes kiezen massaal het luchtruim. Het duurt niet lang meer voordat de kleurrijke herfst plaats maakt voor Koning Winter. Ook dan zit je goed op dit hoogste stukje Nederland, met net even wat meer sneeuw dan elders. En Vijlen zou geen bergdorpje zijn om dan niet de enige skipiste van het land te openen. Zover is het nog niet, eerst nog even genieten van de zonsondergang, alweer met zo’n fantastisch panorama. Ineens steekt een kat een akker over. Met een geheel zwarte kleur blijkt dit een normale huiskat. De wilde kat houdt zich goed verborgen en maakt het bos pas onveilig als wij aan een lekker diner beginnen.
Deze route is eerder verschenen is Roots Magazine.