Startpunt: Parkeerplaats Bosloo, ingang aan de Amersfoortseweg in Apeldoorn
Voor de tweede keer ga ik naar Paleispark Het Loo. Door de vele sprengenbeken, rododentron’s en kleine gebouwtjes is het een bijzonder gebied. Ik neem je mee langs een wandeling die wij gedaan hebben. Wel heb ik deze blog opgeluisterd met foto’s van beide bezoekjes. En de hond, die mag vandaag niet mee.
Thuis heb ik eerst de plattegrond van het Paleispark bestudeert. Ik wil zo veel mogelijk zien. Dus het wordt een combinatie van de rode en de blauwe wandelroute, die door middel van zwart aan elkaar verbonden borden nabij de Paraplusprengen.
Het is een wisselende route en meteen is de allure van het park te zien, want we lopen door een grote statige laan. Rechts is het hertenkamp, maar de damhertjes liggen heerlijk te luieren onder de bomen. Dan komen we al meteen bij de eerste sprengen. Een spreng is een gegraven beek die het water van de bron omhoog voerde. De bronnen zijn de ovalen aan het einde van een spreng. Elders op de Veluwe heb je ook sprengenbeken die bedoeld waren om papiermolens te laten werken. Hier wilde Koning Willem II graag een grote fontein achter Paleis Het Loo en daar was ook behoorlijk wat waterdruk voor nodig. Dus waren er flink wat sprengenbeken nodig voor het benodigde water. Nu, heden ten dagen ligt er voor de fontein natuurlijk een waterleiding.
Het valt op hoe hoog hier de dennen zijn. Het is een machtig gezicht. We lopen achter het terrein van het Oude Loo. Het park van Het Oude Loo is twee maanden per jaar toegankelijk, meestal in april en mei. De vorige keer dat ik hier was, was dat eind mei en vandaar dat ik hier toen foto’s kon nemen. Van de vijver en de mooie rododendrons krijg je ook op deze route zeker wat mee.
We komen aan de achterkant van Paleis Het Loo en werpen een blik in de tuinen. Vanwege corona is het er stil en verlaten. De schelpengrot is ook aan deze kant helemaal bezet met schelpen. Dan lopen we door naar de veldvijvers. Bloeien in mei hier volop de rododendrons, in het najaar kleuren de bomen mooi. De vissen zijn duidelijk gewend aan mensen als je bij de badhuisjes op de vlonders staat, komen ze naar je toe. Ook een heidelibel komt een kijkje nemen en landt op mijn arm.
Dan gaat het verder richting de Concordiasprengen en Paraplusprengen. Aan de rand van de beken zien we veel dubbelloof, een vrij zeldzame varen soort. Heerlijk lopen langs het water en over de vele bruggetjes die hier liggen. Na Emma’s Oord komen we in een compleet ander landschap. Het heuvelt een beetje en er groeit heide. We lopen naar het Wilhelminadal. Hier heerst rust, want de meeste mensen komen natuurlijk voor het toch meer Engelse landschapspark gedeelte.
Dan zijn we weer terug bij de parkeerplaats en kijken we terug op een prachtige afwisselende route. En ook aan het onderhoud van het park hebben we bijgedragen, want er wordt een kleine entree geheven voor je het park in gaat.