Startpunt: TOP Slot Zuylen, Toernooiveld 1, Maarssen
Eindelijk een zonnige winterdag; daar moeten we van profiteren. Samen met een wandelvriendin besluit ik te gaan wandelen in de omgeving van Slot Zuylen, gelegen aan de rand van de stad Utrecht. Het belooft een afwisselende wandeling te worden, dus we laten ons verrassen.
Route:
Wandelen langs de Vecht bij Slot Zuylen Vanaf de website van Routes in Utrecht kun je ook een PDF of GPX downloaden.
Wandelen langs het wandelknooppuntensysteem: 53 – 54 – 57 – 58 – 31 – 58 – 57 – 55 – 56 – 46 – 45 – 86 – 85 – 87 – 43 – 42 – 41 – 49 – 48 – 52 – 53
Hoewel de stad op steenworp afstand ligt, waan je je meteen buitenaf. Ik ben nog niet uit de auto gestapt of het geroep van de halsbandparkieten klinkt me al tegemoet. In de top van een boom kijkt een nijlgans fier om zich heen. We staan voor het slot, maar het is nog vroeg, dus dat bewaren we voor later. We gaan eerst aan de route beginnen. Via een achterlangspaadje bij het kerkje komen we aan de oever van de Vecht en werpen we een eerste blik op het centrumpje van Oud-Zuilen. De oorspronkelijke kapel was uiteraard een slotkapel, maar sinds deze in 1847 afbrandde, is dit de nieuwe kerk van Zuylen.
Op diverse plekken langs de route staan informatiepanelen over de historie van de omgeving met daarbij een oude foto of prent. Ik probeer deze na te maken, zodat je een mooi overzicht hebt van vroeger en nu. Leuk is dat je sommige gebouwen nog steeds herkent.
Wat ook supertof is, is dat de vogels hier totaal niet schuw zijn. Door de vele mensen uit de stad, die hier recreëren, blijven de reigers, aalscholvers en zelfs een hele groep ooievaars gewoon dichtbij zitten.
De weg die parallel loopt met de Vecht is van oudsher het jaagpad. Eerder liep ik al over het jaagpad langs de Hollandse IJssel. Vroeger was het vervoer over het water sneller dan over het land. Een paard of soms zelfs mensen trokken met een touw de trekschuiten voort. In een bocht van de rivier moest een schuit natuurlijk wel koers houden. Daarom zijn er rol- of jaagpalen geplaatst. Het touw kon langs de paal rollen, zodat de schuit niet aan wal raakte.
De zon verlicht het riet als we Fort aan de Klop naderen. Net zoals alle andere forten rond Utrecht is ook dit fort onderdeel van UNESCO Werelderfgoed Hollandse Waterlinies. Eerder maakte ik bij Nieuwegein al kennis met dit erfgoed. Fort aan de Klop is één van de acht forten die aan de noord- en oostkant van Utrecht werd aangelegd om de stad te beschermen. Het fort dankt zijn naam aan de Klopvaart die hier in de Vecht uitmondt. Uit de Vecht kon water gehaald worden om het land onder water te zetten. Maar de Vecht was ook een plek waar schepen wel doorheen konden varen. De baron van Slot Zuylen zorgde overigens wel voor wat vertraging van de bouw, want hij wilde zijn grond niet afstaan.
Via een bosje komen we aan de achterkant van Slot Zuylen uit. Hier treffen we de slotboerderij uit 1862 aan. De boerderij staat aan de rand van de inundatievelden. Het water moest hier kniediep staan. Niet genoeg om er overheen te varen en te diep voor paarden. Zo kon de vijand tegengehouden worden.
We wandelen hier langs 12de-eeuwse veenontginningen. Men maakte het moeras geschikt voor veeteelt en akkerbouw. Het maaiveld zakte door het ontwateren. Hierdoor ligt het land lager dan de Vecht, waardoor ze gemakkelijk onder water gezet konden worden. Je herkent de oude ontginningen nog steeds aan de vele slootjes tussen de smalle weilanden.
Zodra we de oude begraafplaats van het landgoed en het dorp gepasseerd zijn doemen de molens van Zuylen op. De wipwatermolen ‘Buitenweg’ regelt het water in polder Buitenweg. De grotere Westbroekse molen is een buitenkruier en regelt het water in polder Maarsseveen-Westbroek. De geniesluis, die in de Nedereindse vaart ligt, was onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. De wipwatermolen is de kleinste molen van de provincie Utrecht, de buitenkruier de grootste. Het sluizencomplex tussen de molens is monumentaal. De wipwatermolen is in 2018 opnieuw opgebouwd na een brand in 2016, waarbij de molen uit 1830 verloren ging.
De meeste Vechtplassen ontstonden door turfwinning, maar de Maarsseveense Plassen zijn een uitzondering. Deze zijn ontstaan door zandwinning in de jaren 60 voor de aanleg van de Utrechtse wijk Overvecht. We lopen om de Kleine Plas heen. Hou er rekening mee dat het rondom deze plas een hondenlosloopgebied is. Liever de honden mijden? Ga dan bij wandelknooppunt 44 naar 42.
Langs de jaren-50-woningen aan de Maarsseveensevaart wandelen we Maarssen binnen. Hier pikken we de rivier de Vecht weer op. Historische huizen sieren de kade en op de kop vinden we Huis ten Bosch. Het is een van de parels in Maarssen in Hollands Classicistische stijl en werd gebouwd door rijke Amsterdammers die de vieze stad wilden ontvluchten. Tussen de nieuw gebouwde huizen vinden we nog vele oude kasteeltjes als Klein Luxemburg, Groenhoven en natuurlijk Slot Zuylen.
Zo ook buitenplaats Op Buuren, waar van een groot deel verloren ging bij de aanleg van het Merwedekanaal in 1892. Toenmalig eigenaar begon een farmaceutische fabriek voor het vervaardigen van kinine en het landhuis werd een laboratorium. Na een explosie werd het landhuis echter weggevaagd. Tot 2001 bleef de fabriek hier actief en zorgde er voor dat Maarssen aantrekkelijk werd als industriestadje. Na de sluiting van de fabriek is hier een nieuwe wijk gebouwd gebaseerd op de oude straatjes van Loenen, Nieuwersluis en Nigtevecht. De wijk kreeg de naam van de oude buitenplaats.
De Vecht volgend komen we weer in Oud-Zuilen. Nu oud, want de nieuwbouwwijk Zuilen in Utrecht heeft dezelfde naam. Uiteraard heeft het dorp zijn bestaansrecht vanwege de aanwezigheid van Slot Zuylen. Bij de brug zien we een aantal historische panden, waaronder Swaenenvecht, met een trapgevel uit de renaissance periode. Het huis was de pastorie van het dorp. Aan de overkant van de weg vinden we op de plek waar nu het restaurant zit het oude rechthuis.
Als vanzelf komen we dan weer terug bij Slot Zuylen en nu is het wel tijd voor een bezoekje. Wat ooit als woontoren begon, is in de loop der eeuwen uitgebouwd tot een kasteel. In de 15e eeuw werd het kasteel verwoest en lang was het een ruïne, totdat graaf Willem van Renneberg er een waterslot in laat gotische stijl van laat maken. In 1752 laat Baron van Tuyll van Serooskerken het kasteel moderniseren en wordt het voorplein gemaakt. De beroemdste bewoner van het kasteel is Belle van Zuylen. Zij schreef jarenlang vanuit het kasteel romans en brieven.
In 1952 besloot de baron, toen eigenaar van het kasteel, dat het een maatschappelijk doel moest dienen. Zelf ging hij in het koetshuis wonen. Hij liet het interieur van het kasteel intact en maakte er een museum van. Dit deed mij denken aan Kasteel Doorn, waar het interieur ook nog zo is, zoals de laatste bewoner het achter liet. We kunnen het niet nalaten nog wat lekkers te pakken in het koetshuis en kijken daarmee terug op een veelzijdige leuke route.
Dit artikel is tot stand gekomen in samenwerking met het Routebureau Utrecht, Visit Gooi & Vecht en Utrecht Marketing en Hollandse Waterlinies. De wandeling langs de Vecht bij Slot Zuylen is te downloaden vanaf de website Routes in Utrecht.