Startpunt: Parkeerplaats bij Sint Servaas, aan het einde van de Servaasweg in Nunhem
Ook in mijn eigen woonomgeving is het mooi, daarom besloten wij een wandeling te gaan maken in het Leudal. Het gebied is vanaf huis te belopen, maar omdat wij de route van Water Wandel Wereld (www.wa-wa-we.eu/nl) willen gaan doen, besluiten wij om een klein stukje de auto te pakken en iets dichterbij de route te parkeren. Anders wordt de route voor vandaag te lang, want het is al middag. De route is 14,6 km, dus met wat doorstappen goed te doen. De officiële startplek is Bezoekerscentrum Leudal, maar vanuit mijn woonplaats gezien en de ligging van de wandelroute is dat niet logisch, dus wij parkeren de auto bij de kapel van Sint Servaas.
Hier parkeren niet veel mensen, dus is het er rustig. Achteraf zal blijken dat het de hele route niet druk is in het bos. Door het Leudal stromen twee beken, de Tungelroyse beek (hier Leubeek genoemd) en de Zelsterbeek die in het gebied bij elkaar komen. Bij de beken heerst een ander klimaat. Ik krijg hier altijd het gevoel in de jungle te zijn. Al snel zijn we bij de rand van het beekdal en zien we onder ons de beek stromen. Het is zomer, het groen van de bomen groeit dan ook weelderig over de beek.
Hee, wild op het pad. Nee, geen ree, maar een mestkever. Wie goed kijkt kan altijd overal wel insecten zien. Mestkevers vallen vaak goed op omdat ze midden op het pad lopen. Hoog op de pootjes zijn ze op naar… mest. Heb je een mestkever wel eens van dichtbij bekeken. Ze zijn prachtig. Ze hebben een hard schild aan de bovenkant en als je hem omdraait zie je een prachtig paars-blauwe kleur. En ze zijn sterk! Ze moeten natuurlijk mestballen kunnen draaien en daar is kracht voor nodig. Leg ‘m maar eens in de hand en sluit je hand, je voelt hoe hij met z’n voorpootjes je hand open probeert te duwen.
Als we verder lopen gaan we het beekdal weer uit en komen we op de heide. De lucht begint te betrekken, maar regen was niet voorspeld. Hoe meer we naar de lucht kijken, bedenken we dat regen toch niet lang uit kan blijven. Gelukkig staat er op de heide een grote lage eikenboom waar we onder kunnen schuilen. Een blik op Buienrader laat zien dat de route helemaal afmaken wellicht geen verstandig idee is. We weten de weg hier in het Leudal met de ogen dicht, dus we draaien om en gaan over het terrein van Zorgcentrum Sint Elisabeth weer richting de route.
Het zorgcentrum is ooit gebouwd als klooster. In het kloosterpark kun je dan ook mooi wandelen. Ook staan er bijzondere gebouwen, waaronder een pesthuisje. Had je tot de 16e eeuw de pest, dan werd je daar geïsoleerd opgesloten om verdere uitbraken te voorkomen. Als we om het gebouw heen lopen zien we aan de voorkant de 15e-eeuwse toren van wat ooit de kloosterkapel was.
Na een kort bezoek aan het bezoekerscentrum pakken we na de Elisabethsmolen de route weer op. Deze molen is tijdens de tweede wereldoorlog tot ontploffing gebracht. In 2015 er een waterkrachtcentrale van gemaakt waardoor onder andere het naast gelegen restaurant en het bezoekerscentrum elektriciteit hebben.
De beek en dus ook de route slingeren mooi door het landschap wanneer daar ineens nog een gebouwtje opduikt. Het is de Leumolen of Sint Ursulamolen. Een oude watermolen die volgens de muurankers uit het jaar 1773 stamt. Maar de Leumolen komt in de boeken al veel eerder voor. In 2013 is deze plek uitgeroepen tot de mooiste plek van Nederland. Als je om je heen kijkt en je ziet de stromende beek zo door het landschap, dan begrijp je dat meteen. Goed kijken, want wellicht zie je wel een grote gele kwikstaart wegschieten. Hij broedt in de buurt van de molen en geregeld zie je hem aan de rand van de beek op zoek naar smaakvolle insecten, zoals juffers. In het seizoen is de molen geopend.
Als we doorlopen komen we in wat ik het mooiste stukje van het Leudal vind. De gemarkeerde wandelroutes van Staatsbosbeheer houden hier op. Na het echte jungle-gevoel komen we bij de Litsberg. Een ideale plek voor kinderen om heerlijk te spelen. Klimmen op de zandberg, eraf rennen en plons het water in. We zijn rond en lopen nog even naar de kapel. De kapel is hier gebouwd omdat Sint Servaas hier een bron zou hebben laten ontspringen. Zo aan het einde van de dag piept de zon nog net door de bomen heen, tijd om naar huis te gaan.