Startpunt: Parkeerplaats bij Sedoz 5, Aywaille
Hoe dichter je bij de locatie van deze wandeling komt, hoe hoger en steiler de heuvels richting de hemel reiken. De menselijke invloed trekt zich daarbij steeds verder terug, totdat je haast alleen beboste dalen en hellingen overhoudt. Hoewel de heuvels het landschappelijke beeld bepalen, staat deze wandeling geheel in het teken van water.
Vanaf de parkeerplaats duurt het niet lang voordat het water van zich laat horen. Vanachter het laatste huis klinkt het rustgevende geruis van het stromende water. Kort daarna toont het water zich ook voor de eerste keer, waarbij je de keuze hebt om via de voorde (een ondiepe doorwaadbare plaats) of met een bruggetje het kleine stroompje over te steken. Het blijkt een opstapje naar meer; talloze keren steek steekt de route het water over, maar dan wel van het grotere zusje, de Ninglinspo.
De Ninglinspo is het de enige bergrivier van België; op een afstand van slechts drie kilometer bedraagt het verval maar liefst 250 meter. Een dergelijk verval zorgt voor een hoop spektakel. De Cascade la Chaudière vormt daarvan letterlijk en figuurlijk het hoogtepunt. Het water stort hier tien meter naar beneden. En dat niet met één, maar twee watervallen tegelijk! Zeker in natte perioden gaat dat met veel geweld. Dag in dag uit boetseert het water zo aan zijn omgeving. Een klein meertje aan de voet van de waterval is hiervan het resultaat. Op warme zomerdagen kun je hier een verfrissende duik nemen, maar op deze septemberdag is dat vooral een koud idee. Wel kun je met waterdichte wandelschoenen -of desnoods even schoenen uit- hier een kijkje nemen om de watervallen van onderaf te bekijken. Het wandelpad biedt namelijk alleen een spectaculair zicht van bovenaf.
Echt herfst kun je het nog niet noemen, maar in de Ardennen is de zomer in september zeker voorbij. Voorzichtig kleuren de eerste bomen en struiken een beetje. Op de bodem liggen al gekleurde blaadjes van vooral beuk. Ze contrasteren sterk met het frisse groen van alle mossen, varens en bosbiezen. Ook liggen er overal zaadjes, nu vooral van de haagbeuk. Knaagsporen verraden een feestmaal voor de muizen. Verder is het vooral oorverdovend stil. De jonge vogels zijn uitgevlogen en hebben geen zorg van pa en ma meer nodig. In stilte bereiden de dieren zich voor op de winter.
De route volgt de Ninglinspo over een groot deel van haar loop. En hoe! Via haast ontelbare boomstambruggetjes steek je keer op keer het water over, vaak omdat het landschap op de andere oever op dat moment toch net even te ruig blijkt. Steile rotsen, soms even steile paden voorzien van een touw om je aan vast te houden, grillige boomwortels en natuurlijk altijd het water. Soms stroomt het lieflijk en haast onzichtbaar, dan weer klatert het over een volgende rots naar beneden. De markante plekken in de loop van de Ninglinspo dragen sprookjesachtige namen, zoals Bain d’Hermes (‘Bad van Hermes’), Grand Chaos (‘Grote chaos’), Bain de la Loutre (‘Bad van de otter’) en Bain du Cerf (‘Bad van het edelhert’). Je gaat hier echt in sprookjes geloven.
Na een laatste diepe kloof opent het bos zich ineens en sta je zowaar op een stukje heide. De laatste bloemen van de struikheide trekken vlinders, sprinkhanen en andere insecten aan, spinnen zitten op wacht. Een flinke greppel verraadt dat het hier misschien toch minder droog is dan het lijkt. Door de rotsige ondergrond zakt regenwater hier maar moeilijk weg. Daardoor ontstonden juist op de hoogvlakten van de Ardennen uitgestrekte hoogvenen. De meeste van deze venen werden ontwaterd en daarna beplant met eindeloze sparrenbossen. Door het hoge vochtgehalte tieren mossen hier welig. Op hun beurt bieden die weer plaats aan de vele paddenstoelen die hier groeien. De kleverige koraalzwammetjes vallen met hun warmgele kleur al van verre op in het verder groene naaldbos. Hoe moeilijk de bodem hier het water doorlaat bewijst een plas water op het pad. Ogenschijnlijk betreft het een doodnormale regenplas, maar schaatsenrijders en de vegetatie met onder andere pitrus verraden dat het hier altijd nat blijft. Bij nadere beschouwing zwemmen er zelfs salamanders rond!
Na de hoogvlakte zet de daling weer in, ditmaal langs de Chefna, het bescheiden zusje van de Ninglinspo. Op een steile, in de zon gelegen rotswand verraadt geritsel de aanwezigheid van een muurhagedis. Eenmaal de eerste ontdekt, struikel je er daarna haast over. Verder heerst ook hier de rust. In het verleden was dat tijdelijk wel anders. Langs de Chefna zocht men actief naar goud. De hoeveelheden vielen sterk tegen, maar goed ook, want hoe had dit dal er nu anders uitgezien? Alleen een informatiebord en wat steenpuin op de helling vormen de stille getuigen van het verder haast onzichtbare verleden.
Via de Chefna belandt de route in het gehuchtje Quarreux. Even geen bos meer, maar een kleinschalig landschap met hagen en fruitbomen (let op de maretakken). Deze afwisselende omgeving kan menig vogel bekoren, want hier wordt de stilte voor het eerst doorbroken door vrolijk gekwetter van mussen. Gaaien houden een oogje in het zeil en vliegen met iedere stap een weidepaaltje verder. Een flinke heuvel scheidt het dal van de Chefna van de Ninglinspo. Dat betekent klimmen, waarbij het asfaltweggetje al snel overgaat in een alsmaar stijgend bospad. Er valt genoeg te zien bij het uithijgen: fraaie oude bomen, varens, kranssalomonszegels en pootafdrukken van een zwijn in een volgende plas water.
Alle inspanning wordt beloond met een geweldig uitzicht vanaf Drouet. De bankjes in het schuilhutje staan hier perfect. Nog één keer gaat het steil naar beneden om wederom in het dal van de Ninglinspo te belanden. Het water neemt je weer mee terug naar de parkeerplaats, waar het restaurantje, mist geopend, op je wacht.
Deze route is eerder verschenen in Roots Magazine.